Dometic BUTTNER MT75MCSlim Instructions De Montage Et De Service page 53

Dometic behoudt zich het recht voor om het uiter-
lijk en de specificaties van het product te wijzigen.
Technische beschrijving
De zonnepanelen zijn uitgerust met 72 halfgesne-
den monokristallijne zonnecellen die parallel zijn
geschakeld als cellenstrook, zodat er zelfs bij
ongunstige weersomstandigheden en gedeelte-
lijke schaduw energie kan worden opgewekt.
De houders voor montage op het dak worden zon-
der te boren op het dak van het voertuig gelijmd.
De zonnepanelen worden op de houders voor
montage op het dak geschroefd en kunnen wor-
den vervangen. De bedrading naar het interieur
wordt door een onder druk staand, waterdicht
dakkanaal geleid.
Het zonnesysteem kan worden uitgebreid met
andere zonnepanelen van dezelfde vermogens-
klasse.
MT 150-2 MC Slim, MT 160-2 MC, MT 220-2 MC,
MT 280-2 MC, MT 340-2 MC: Beide zonnepane-
len kunnen met elkaar worden verbonden in één
aansluitdoos.
De oplader voor zonne-energie wordt tussen de
zonnepanelen en de voertuigaccu's aangesloten
om de juiste laadstroom van de accu's te garande-
ren en de accu's te beschermen tegen overspan-
ning en diepontlading.
Het zonnesysteem
monteren
!
WAARSCHUWING! Gevaar voor
elektrische schokken
Dek alle zonnepanelen tijdens de mon-
tage volledig af met ondoorzichtig mate-
riaal om te voorkomen dat er elektriciteit
wordt opgewekt.
A
LET OP! Gevaar voor schade
Zorg ervoor dat de aansluitdoos en het
dakkanaal correct zijn afgedicht en dat
het dakkanaal stevig op het dak is
gelijmd, zodat er geen vocht in de aan-
sluitdoos of door het dak kan lekken.
NL
Montageplaats
Houd bij de keuze van de montageplaats rekening
met het volgende:
• Het montageoppervlak moet vlak zijn en stevig
genoeg om het zonnepaneel te dragen.
• Zorg ervoor dat het beoogde montageopper-
vlak groot genoeg is.
• Zorg ervoor dat er voldoende ruimte is voor toe-
gang tot de zonnepanelen en andere vaste
onderdelen voor onderhoud.
• Zorg ervoor dat eventuele bestaande ventilatie-
openingen op het voertuig en de ventilatie aan
de achterzijde van het zonnepaneel niet worden
geblokkeerd.
• Schaduw kan de prestaties van het zonnesy-
steem verminderen. Zorg ervoor dat vaste
onderdelen, zoals airconditioners of geopende
satellietantennes, geen schaduw op de zonne-
panelen werpen.
• Kies een plek met direct zonlicht voor optimale
prestaties.
• Plaats meerdere zonnepanelen zo dicht moge-
lijk bij elkaar.
• Lijm de houders voor montage op het dak of
dakkanalen niet op rubberen oppervlakken
(bijv. planken aan de buitenkant), omdat de
hechting van de lijm dan niet gegarandeerd is.
De montage voorbereiden
➤Markeer en prepareer de lijmoppervlakken, zie
afb. 4, pagina 5 t/m afb. 7, pagina 5.
➤Strip de kabeluiteinden als volgt (afb. 8,
pagina 5):
– Buitenkabel 11 mm (4,0 mm²)
– Binnenkabel 11 mm (4,0 mm²)
Het zonnepaneel aansluiten (afb. 9,
pagina 5 t/m afb. 0, pagina 6)
Neem de volgende aanwijzingen in acht bij het
aansluiten van het zonnepaneel:
• Sluit de ongebruikte kabeluitgang op de aan-
sluitdoos (1) af met de blinde stop (2).
• Gebruik alleen de buitenste klemmen op de
aansluitdoos.
4445103705 53