Nederlands
overigens altijd buiten werking te zijn en van het elektriciteitsnetwerk te zijn los gekoppeld. Nooit veiligheidsme-
chanismes voorzien op uw compressor demonteren of aanpassen. Ook voor het vervangen van of loskoppelen
van slangen en koppelingen steeds de tank ontluchten, buiten werking stellen en bij voorkeur van het elektrici-
teitsnetwerk loskoppelen.
• Regelmatig het oliepeil controleren van de compressor in horizontale positie (max. 5° afwijking).
• De perslucht geproduceerd door uw compressor kan voor heel wat persluchtgereedschappen gebruikt worden.
Evenwel controleren of de voorwaarden, adviezen en gebruiksbeperkingen van deze gereedschappen gerespec-
teerd worden.
• Nooit persluchttoestellen aangesloten op de compressor op mensen en/of dieren richten!
• Voorkomen dat objecten in de ventilator of het motorblok kunnen binnendringen.
• Hou rekening met de voorgeschreven max. werkdruk van 8 of 10 bar (zie identifcatieplaatje op de compressor of
op de doos). De compressor en alle onderdelen zijn namelijk afgesteld en enkel geschikt voor deze max. werk-
druk.
• De instructies, voorschriften en veiligheidsmaatregelen zoals beschreven in deze handleiding zijn helaas in geen
geval een samenvatting van alle mogelijke omstandigheden en/of situaties. Daarom is het aan de gebruiker om
in alle omstandigheden blijk te geven van gezond verstand en de nodige veiligheid en oplettendheid aan de dag
te leggen bij, tijdens, voor en na het gebruik van de compressor. Om dezelfde reden mag de compressor niet
worden gebruikt door personen die geen kennis hebben van het toestel of die de handleiding niet nauwgezet
hebben gelezen! Bovendien kan de fabrikant en/of de invoerder in geen geval verantwoordelijk gehouden wor-
den voor eventuele lichamelijke en/of stoffelijke schade te wijten aan het onoordeelkundig, foutief en/of onvoor-
zichtig gebruik van de compressor. Om de hierboven beschreven redenen is de compressor ook niet geschikt
voor gebruik in open lucht.
IV. ONDERDELEN
• Purgeerkraan: voor het aflaten van de condens uit de compressortank.
Onderaan de tank.
• Drukschakelaar (of pressostaat): regelt het vermogen van de motor
en het drukregelbereik. Doet de compressor aan- en afslaan op een
bepaalde druk. Het is dus eigenlijk de ON/OFF-knop.
• Motorbeveiliging: zie hfdst. - Motorbeveiliging
• Luchtfilter: Voorziet de pomp van propere lucht en moet op elk ogenblik
vrij van (stof)deeltjes of vuil zijn. Dagelijks controleren of voor elk gebruik.
• Terugslagklep: Sluit wanneer de pomp niet werkt om de
lucht in de tank te houden.
• Veiligheidsklep: opent automatisch om de perslucht te laten
ontsnappen wanneer de ingestelde max. druk wordt bereikt. Sluit
nadien automatisch. Hetzelfde is voorzien voor wanneer de max. druk
in de tank wordt overschreden.
• Manometer werkdruk (A): duidt de werkdruk, die naar het persluchttoe-
stel gaat, zoals ingesteld op de drukregelaar.
• Manometer druk tank (B): duidt de druk in de compressortank aan.
• Drukregelaar (C): regelt de druk die van de tank komt en bestemd voor
het aangesloten persluchttoestel. Om de druk te verhogen de rode
knop in klokwijzerzin draaien, en omgekeerd om de druk te verlagen.
Pag. 4
V1.1
C00003430
Luchtfilter
Drukschakelaar
Purgeerkraan
B
Manometers
A: werdruk
B: druk tank
C: Drukgregelaar
C
A
C&K NV