3.3.2. Lichtnetaansluiting
Sluit het apparaat uitsluitend aan op een volgens voorschrift geïnstalleerd en goed be-
reikbaar stopcontact met randaarde in de buurt van de plek waar het apparaat gebruikt
wordt. De lokale netspanning moet overeenkomen met de technische gegevens van het
apparaat. Zorg ervoor dat het stopcontact altijd goed toegankelijk is zodat het apparaat
indien nodig snel spanningsvrij kan worden gemaakt.
Wikkel het netsnoer volledig af van het kabeloprolmechanisme.
Zorg ervoor dat niemand over het netsnoer kan struikelen. Het netsnoer mag niet wor-
den ingeklemd of geknikt.
3.3.3. Vóór het aansluiten
Pak het apparaat uit en verwijder het plakband.
Verwijder eventueel achtergebleven lijmresten met een mild schoonmaakmiddel.
De beschermende verpakkingsonderdelen van polystyreen dienen apart te worden afge-
voerd.
Spoel de binnenkant van het apparaat en de onderdelen af met lauw water met een mild
schoonmaakmiddel en laat het drogen.
Controleer na het plaatsen of het apparaat niet op het aansluitsnoer staat.
Gebruik het apparaat niet wanneer het zichtbaar beschadigd is of wanneer het netsnoer
resp. de stekker defect is.
3.3.4. Omgang met het apparaat
WAARSCHUWING!
Gevaar voor explosie!
Ontvlambare gassen en vloeistoffen kunnen bij opslag in het vriesvak explosies
veroorzaken.
Bewaar geen explosieve stoffen of spuitbussen met brandbare drijfgassen in de vrieskast.
Vries geen koolzuurhoudende dranken in. Uitzettend water kan de fles doen springen.
Vries dranken met een hoog alcoholgehalte alleen in goed gesloten staande flessen in.
Bewaard geen glazen of metalen flessen of bekers met vloeistof in het vriesgedeelte.
Gebruik in geen geval ontdooisprays. Hierbij kunnen explosieve gassen ontstaan.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel/gezondheid!
Onjuiste omgang met het apparaat kan letsel veroorzaken.
Raak de bevroren binnenwanden van het vriesgedeelte of bevroren levensmiddelen niet
met blote handen aan. Neem geen ijsblokjes of ijslolly's direct uit de vriezer in de mond.
Door zeer lage temperaturen kunnen brandwonden ontstaan.
De voet, laden, deuren etc. zijn niet geschikt om op te staan of te steunen.
Bij een stroomstoring of wanneer het apparaat is uitgeschakeld, kunnen de opgeslagen le-
vensmiddelen (deels) ontdooien. Hierbij bestaat gevaar voor een levensmiddelvergiftiging.
Controleer na een stroomstoring op het oog of aan de hand van de geur of de levens-
middelen nog bruikbaar zijn.
Na een stroomstoring moeten levensmiddelen die zichtbaar (deels) zijn ontdooid wor-
den weggegooid.
Levensmiddelen die (deels) zijn ontdooid mogen niet opnieuw worden ingevroren.
Verwijder zelfs wanneer de vriezer slechts tijdelijk wordt uitgeschakeld, de ingevroren le-
vensmiddelen en sla deze voldoende gekoeld op.
40