Installatie
Algemene instructies
•
Alle aansluitingen (elektrische, hydraulische,...) dienen volgens de geldende
standaarden en voorschriften uitgevoerd te worden.
•
Als het aftappunt ver verwijderd is van de boiler kan men een recirculatieleiding
aansluiten.
Belangrijke instructies voor een correcte werking van de installatie
•
Het toestel moet op een droge, tegen vorst beschermde plaats worden
geïnstalleerd (min. 4 tot 5°C omgevingstemperatuur).
•
Het toestel is zo op te stellen dat het te allen tijde van alle zijden gemakkelijk
toegankelijk is.
•
Het RVS reservoir dient geaard te worden om corrosie te voorkomen. Gebruik
een band-aardingsklem (zie voorbeeld hieronder) rond een van de sanitaire
connecties om te aarden. Geadviseerde koperdraadsectie: 2,5mm².
•
Indien de druk op het waternet 6 bar overschrijdt, dient er een op 4,5 bar afgestelde
veiligheidsklep geïnstalleerd te worden.
•
Het sanitaire circuit moet, nabij de koudwaterinlaat van de tank, uitgerust zijn met een
veiligheidsgroep bestaande uit een afsluiter, een terugslagklep en een veiligheidsklep
afgesteld op 7 bar.
•
Er dient voor gezorgd te worden dat de afvoer van de veiligheidsgroep in verbinding
staat met de riool, dit om eventuele schade te vermijden.
•
De veiligheidsgroep nooit boven de boiler installeren dit ter voorkoming van lekken
op de boiler en daaruit voortvloeiende corrosie.
•
Als de warmwaterboiler boven een woonruimte wordt geïnstalleerd, moet u een
opvangbak onder het toestel plaatsen om eventueel lekkend water op te vangen.
661Y3400 • B
NL
NL -
11