4.2. Plaats van opstelling
• Houd uw beeldscherm en alle aangesloten apparatuur uit
de buurt van vocht en voorkom stof, hitte, direct zonlicht en
open vuur (zoals kaarsen). Als deze instructies niet in acht
worden genomen, kan dit leiden tot storingen of tot bescha-
diging van het apparaat.
• Dit toestel is niet geschikt als monitor in een kantooromgeving.
• Gebruik het apparaat niet in de buitenlucht. Het kan door in-
vloeden van buitenaf, zoals regen, sneeuw etc. beschadigd ra-
ken.
• Stel het apparaat niet bloot aan druppels en spatwater en
zet geen met vloeistof gevulde voorwerpen (bv. vazen) op of
naast het apparaat. De combinatie van vloeistof en elektrici-
teit kan gevaarlijk zijn.
• De sleuven en openingen in de behuizing dienen voor de
ventilatie. Dek deze openingen niet af (oververhitting, brand-
gevaar)!
• Leg de kabels zo neer dat niemand erop kan trappen of er-
over kan struikelen.
• Zorg voor voldoende vrije ruimte in de wandkast. Houd voor
voldoende ventilatie rondom het apparaat een minimale af-
stand aan van 10 cm.
• Plaats en gebruik alle onderdelen op een stabiele, vlakke en
trillingvrije ondergrond zodat het apparaat niet kan vallen.
• Voorkom verblinding, spiegelingen en te grote licht/donker
contrasten om uw ogen te sparen en een aangename ergo-
nomie op de werkplek te waarborgen.
• Neem tijdens het werken aan een beeldscherm regelmatig
een pauze om spanningen en vermoeidheid te voorkomen.
8