13 Wat te doen als ..
.. er ondanks alle zorgvuldigheid toch een storing optreedt?
Controleer eerst de volgende punten.
13.1 Algemene fouten
- Geen melding - via bedrijfsindicator
Problemen
Apparaat koelt niet,
Interne ventilator draait.
Apparaat koelt onvoldoende.
Apparaat koelt slecht nu en dan.
Er is condensatiewatervoming in
de schakelkast.
Condensatiewater stroomt niet
weg.
13.2 Foutendiagnose
-
Geen melding - via bedrijfsindicator
Als aan het koelapparaat een storing optreedt, gaat de bedrijfsweergave in een knippermodus, die in verbinding met het gedrag van het
apparaat een eerste foutendiagnose moet vergemakkelijken.
Knippervolgordes in de foutenmodus kunnen
Bedrijfsweergave knippervolgorde 1:
(Bedienerfout)
Bedrijfsweergave knippervolgorde 2:
(Apparaatfout)
Bedrijfsweergave knippervolgorde 3:
(Test-/Startmodus)
13.3
Pfannenberg-apparaten met multi controller
Bij het gebruik van een apparaat met multi controller gebeurt de foutweergave met een foutcode op het display van de
bedieneenheid. Voor de classificatie van de foutcode kunt u de „Bedieningshandleiding Pfannenberg multi controller" gebruiken
die bij de documentatie van het apparaat hoort.
085 408 097a
Mogelijke oorzaken
Temperatuurinstelling to hoog ingesteld
Apparaat niet geschikt voor dit doel.
Onvoldoende koelmiddel.
Warmtewisselaar is vervuild.
Interne ventilator is defect.
Externe ventilator is defect.
Luchtcirculatie in de schakelkast is
verstoord.
Codeerschakelaar verkeerd ingesteld of
defect
Omgevingstemperatuur te laag.
Schakelkast is niet hermetisch afgesloten.
Condensatiewaterafvloer is onderbroken.
Oplossing
Temperatuurinstelling controleren
Omgevingstemperatuur controleren en de
belasting controleren.
Vakpersoneel contacteren, apparaat op
dichtheid controleren
Warmtewisselaar schoonmaken.
Vakpersoneel contacteren; ventilator
vervangen
De luchtweg in de schakelkast controleren
(storende accessoires, etc.). Aan- en afvoer
van de omgevingslucht van het koelaggregaat
in de schakelkast moet vrij zijn.
Codeerschakelaar en kabelaansluitingen
controleren
Thermostaat hoger afstellen.
Schakelkastdeur sluiten. Kieren in de sluiting
van de schakelkast dichten.
Afvoer voor het condensatiewater schoon-
maken (doorblazen).
Slang voor de overloop van het
condensatiewater moet vlot en zonder
knikken en "afwaterend" geplaatst zijn
daarbij zijn:
(5s, 1s, 1s, 1s) met periodieke herhaling
(1s, 1s) met periodieke herhaling
(1s, 1s, 1s, 1s) met periodieke herhaling
29