Alvorens u een aansluiting maakt,
controleert u of:
de stroomvoorziening dezelfde is als is
aangegeven op het typeplaatje op de
achterzijde van uw kookplaat;
het elektriciteitsnet de belasting van
het apparaat aan kan (zie typeplaatje);
de stroomvoorziening een aardverbin-
ding heeft, die overeenstemt met de
bepalingen van de huidige regelgeving
en in goede staat verkeert;
de gezekerde schakelaar gemakkelijk
toegankelijk is, als de kookplaat is
geïnstalleerd.
Als er geen speciaal kookplaatcircuit
en gezekerde schakelaar zijn, dienen
deze te worden geïnstalleerd door een
erkende elektricien voordat de kook-
plaat wordt aangesloten.
Een goedgekeurde, geschikte kabel
dient aangesloten te worden van-
uit de hoofdzekeringskast en dient
beschermd te zijn door een eigen
zekering van 50 amp. of een mi-
crostroomonderbreker (MCB). De
elektricien dient te zorgen voor een
gezekerde schakelaar voor alle polen,
die zowel de inductiekabel als de nul-
geleider onderbreekt met een contact-
scheiding van minstens 3,0 mm.
De gezekerde schakelaar dient in
de keukenmuur geplaatst te worden,
boven het werkoppervlak en aan de zij-
kant van de kookplaat, en niet erboven
- conform de IEE-regels. Sluit de geze-
kerde schakelaar aan op een aftak-
doos, die op ongeveer 61 cm boven de
vloer op de muur achter de kookplaat
wordt bevestigd. De voedingskabel van
de kookplaat kan vervolgens aange-
sloten worden. Sluit een uiteinde aan
op de aftakdoos en sluit het andere
uiteinde aan op de aansluitdoos van de
kookplaat, die zich aan de achterkant
van de kookplaat bevindt. Verwijder
het deksel van de aansluitdoos en
installeer de kabel conform het aan-
sluitschema.
De voedingskabel dient uit de buurt
van directe warmtebronnen gepositi-
oneerd worden. De temperatuur mag
niet met meer dan 50 °C stijgen ten
3x2,5 mm² 220V~
3x2,5 mm² 230V~
3x2,5 mm² 240V~
3x2,5 mm² 220V~
3x2,5 mm² 230V~
3x2,5 mm² 240V~
opzichte van de kamertemperatuur.
Voor de inductiekookplaat dient de ka-
bel de volgende kenmerken te hebben:
H05VV-F 3X2,5 mm² 60227 IEC 53
••. U vindt het aansluitschema op de
onderzijde van het apparaat.
NL - 15
5x1.5 mm² 380V 3N~
5x1.5 mm² 400V 3N~
5x1.5 mm² 415V 3N~
/
5x1.5 mm² 380V 3N~
5x1.5 mm² 400V 3N~
5x1.5 mm² 415V 3N~