1-6. AFVOERVOORZIENINGEN VOOR BUITENUNIT
Leg alleen een afvoerleiding aan als er van één plaats wordt afgevoerd.
) Breng de afvoervoorzieningen aan voordat u de verbindingsleiding tussen bin-
nen- en buitenunit aansluit.
2) Sluit de zachte PVC-slang (L) met een binnendiameter van 5 mm aan zoals
wordt afgebeeld.
3) Zorg dat de afvoer omlaag loopt, zodat het afvoeren gemakkelijk gaat.
Opmerking:
Installeer de unit horizontaal.
Gebruik op koude locaties geen afvoerbus (). De afvoer kan dan bevriezen waar-
door de ventilator stopt.
Tijdens het verwarmen produceert de buitenunit condens. Selecteer de plaats van
installatie om ervoor te zorgen dat de buitenunit en/of de vloeren nat worden door
afvoerwater of beschadigd raken door bevroren afvoerwater.
2. INSTALLEREN VAN DE BUITENUNIT
2-1. DRADEN VOOR BUITENUNIT AANSLUITEN
) Verwijder het onderhoudspaneel.
2) Draai de aansluitschroef los en sluit verbindingskabel (B) tussen bin-
nen- en buitenunit vanaf de binnenunit correct aan op het aansluitblok.
Let op dat u de draden niet verkeerd aansluit. Maak de draad stevig
vast op het aansluitblok zodat de draadkern niet zichtbaar is en er
geen externe krachten op de aansluitingen van het blok komen te
staan.
3) Draai de aansluitschroeven goed vast zodat ze niet losraken. Trek na
het vastdraaien even licht aan de draden om te controleren of ze goed
vast zitten.
4) Voer 2) en 3) uit voor iedere binnenunit.
5) Sluit het netsnoer (A) aan.
6) Zet verbindingskabel (B) tussen binnen- en buitenunit en netsnoer (A)
vast met de kabelklemmen.
7) Sluit het onderhoudspaneel zorgvuldig. Let erop dat 3-2. DE LEIDIN-
GEN AANSLUITEN volledig wordt uitgevoerd.
• Zorg ervoor, nadat u netsnoer (A) en verbindingskabel (B) tussen
binnen- en buitenunit op elkaar hebt aangesloten, dat beide kabels
goed vastzitten met de kabelklemmen.
Verbindingskabel binnen-
en buitenunit
Aansluitblok
UNIT
<BINNENUNIT>
3. AFDICHTINGEN INSTALLEREN EN LEIDINGEN AANSLUITEN
3-1. AFDICHTING
) Snijd de koperen leiding op de juiste wijze af met een pijpsnijder. (Afb. , 2)
2) Verwijder alle bramen van het gedeelte waar de leiding is afgesneden. (Afb. 3)
• Houd de koperen leiding omlaag en verwijder de bramen. De bramen mo-
gen niet in de leiding vallen.
3) Verwijder de flensmoeren die op de binnen- en buitenunit zijn bevestigd, en
schuif ze op de ontbraamde leiding. (Ze zijn niet meer te plaatsen nadat de
afdichting gemaakt is.)
4) Afdichting (Afb. 4, 5). Draai de koperen leiding volgens de in de tabel ge-
toonde waarden stevig vast. Selecteer A mm uit de tabel volgens het gekozen
gereedschap.
5) Controleer
• Vergelijk de gemaakte afdichtflens met Afb. 6.
• Als de afdichtflens niet juist lijkt te zijn, snijd dan het flensgedeelte van de
leiding af en maak de afdichting opnieuw.
Diameter
Moer
Koppelings-
Koppelings-
leiding (mm)
(mm)
gereedschap
gereedschap
voor R40A
voor R22
ø6,35 (/4")
7
ø9,52 (3/8")
22
0 - 0,5
,0 - ,5
ø2,7 (/2")
26
ø5,88 (5/8")
29
<BUITENUNIT>
Aansluitblok voor
voedingsspanning
VOEDINGSSPANNING
~/N 230 V 50 Hz
UNIT
A (mm)
Aanhaalkoppel
Vleugelmoer-
gereedschap
N•m
kgf•cm
voor R22
3,7 - 7,7 40 - 80
,5 - 2,0
34,3 - 4,2 350 - 420
49,0 - 56,4 500 - 575
2,0 - 2,5
73,5 - 78,4 750 - 800
() Afvoerbus
Onderhoudspaneel
• Zorg ervoor dat u elke schroef op de over-
5 mm
eenkomende aansluiting vastdraait wanneer
35 mm
u de kabel en/of de draad op het aansluitblok
vastmaakt.
• Maak de aardedraad iets langer dan de an-
dere draden. (langer dan 35 mm)
• Geef de verbindingskabels wat extra lengte
Draad
voor later onderhoud.
Koperen leiding
Afb.
Braam
Koperen leiding
Extra ruimer
Pijpsnijder
Afb. 3
Koperen
leiding
Matrijs
Flensmoer
Afb. 5
(L) Zachte PVC-slang
Aansluitblok voor voedingsspanning
Correct
Onjuist
Krom Oneffen Bramen
Afb. 2
Flensgereedschap
Vleugel-
Bank-
moertype
schroeftype
Afb. 4
Binnenkant
Rondom glad
glanst en heeft
geen krassen.
Rondom de-
zelfde lengte
Afb. 6
Du-3