YATO YT-81490 Instructions Originales page 59

NL
Omwille van het gemodifi ceerde karakteristiekverloop van de uitgaande spanning van het toestel, is het raadzaam om de vol-
gende toestellen niet aan te sluiten:
- kleine apparaten met baterrijen en ingebouwde opladers zoals. zaklampen, scheerapparaten ed.,
- sommige accuopladers voor elektrische gereedschap, zulke opladers hebben een waarschuwing voor een gevaarlijke spanning
die zich op het contactvlak van de oplader bevindt,
- elektrische apparaten die enkel gevoed kunnen worden door middel van sinusoïdale stroom. Voor meer informatie contacteer
de producent van het elektrische apparaat.
Voordat het elektrische apparaat met de spanningsomvormer wordt aangesloten, dient met zekerheid te worden vastgesteld dat
het stroomverbruik van het apparaat de nominale (permanente) stroom van de spanningsomvormer niet overschrijdt. Neem geen
rekening met de piekwaarde van de stroom, omdat ze door de spanningsomvormer geleverd kan worden gedurende een heel
korte tijd. Overbelasting van de spanningsomvormer zal haar beveiligingen opstarten en de werking tijdelijk stoppen. Overmatige
overbelasting kan het product beschadigen.
Aansluiten van de spanningsomvormer tot de accu
Voordat de spanningsomvormer met de accu wordt aangesloten, zorg ervoor dat de accucontacten het juiste contact aanbieden.
De accucontacten mogen niet verontreinigd of beschadigd zijn.
Wees er zeker van, dat de productschakelaar zich in positie „uitgeschakeld – O" bevindt.
Verbind de kabels met klemmen van dezelfde kleur. Maak de draaiknop van de klem los, plaats het kabeloog door de knopspil,
en draai vervolgens de klemknop goed dicht. Gebruik geen gereedschap om de knop van de klem te draaien. Verbind de kabel-
klemmen die vrij zijn met de accuklemmen. Geef aandacht aan de juiste polariteit van de klemmen. Sluit de kabel met negatieve
polariteit als eerste aan en vervolgens die met de positieve polariteit.
De kabelklemmen die uitgerust zijn met de zogenaamde krokodilklemmen dienen rechtstreeks op de accucontacten te worden
bevestigd.
De kabelklemmen die uitgerust zijn met de zogenaamde oogklemmen, dienen eerst te worden gedraaid in de hoofdklem (zoge-
naamde klemmen) en enkel via deze hoofdklem bevestigd te worden tot het accucontact.
OPGELET! Tijdens het aansluiten van de kabels, zorg ervoor dat er geen elektrische kortsluiting ontstaat.
De spanningsomvormer is gereed.
Aansluiten van elektrische apparaten tot de spanningsomvormer
Zorg ervoor dat de schakelaar van het elektrische apparaat zich in positie „uitgeschakeld" bevindt.
Steek de stekker van de voedingssnoer in de contactdoos van de spanningsomvormer.
Schakel de spanningsomvormer in door deze in positie „ingeschakeld - I" te zetten.
Het controlelampje voor de voeding van de uitgaande contactdoos van de spanninsomvormer begint te branden.
Schakel het elektrische apparaat in.
De spanningsomvormer zal zich tijdens de werking opwarmen, wat normaal is. De omvormer werd uitgerust met een ventilator,
die zich zelfstandig tijdens de werking van de omvormer zal inschakelen en het elektrische systeem zal afkoelen. De ventilatie-
openingen mogen niet worden bedekt. Nadat de omvormer wordt uitgeschakeld, raak de omvormer met blote handen niet aan.
Het product kan zo warm zijn dat het de huid bij aanraking kan verbranden.
Schakel het elektrische apparaat na gebruik uit door de voeding van de uitgaande contactdoos van de omvormer te ontkoppelen
en vervolgens trek de stekker van de kabel uit de contactdoos van omvormer.
Ontkoppel de kabels die de omvormer met de accu verbinden en vervolgens die die de omvormer zelf van stroom voorzien.
OPGELET! Zorg ervoor dat tijdens het ontkoppelen geen elektrische kortsluiting ontstaat.
Het onderhoud van de omvormer kan nu beginnen.
OPGELET! Indien de omvormer niet wordt gebruikt, dient hij telkens van de accu te worden ontkoppeld.
Veiligheidscontrolelampje
Het branden van het veiligheidscontrolelampje signaliseert telkens dat de omvormer niet correct werkt. In elk geval zal de omvor-
mer het veiligheidscontrolelampje doen branden, een geluidssignaal emiteren en vervolgens zich uitschakelen. Daarna werden
de meeste voorkomende oorzaken voor incorrecte werking vermeld.
Een te lage ingaande spanning – vervang de accu in een volledig opgeladen accu en ontkoppel de omvormer van de accu en
laadt hem op.
Overbelasting van de spanning – de ingaande spanning verlagen tot het niveau zoals vermeld in de tabel met technische ge-
gevens. Elektrische kortsluiting – na kortsluiting van de ingaande kabels of in geval van kortsluiting in uitgaand circuit, bvb. als
gevolg van schade aan het toestel dat aangesloten is aan de omvormer. Schakel de omvormer uit, ontkoppel de belasting en
ontkoppel de omvormer van de accu. De elektrische overbelasting leidt ook tot activatie van de zekering, die dient te worden
vervangen voordat de omvormer opnieuw in gebruikt wordt genomen. De vervanging van de zekering is mogelijk bij een geau-
thoriseerde dealer van de producent. Overbelasting van de temperatuur – de interne temperatuur heeft 65 O C overschreden.
O O R S P R O N K E L I J K E I N S T R U C T I E S
59