Voordat u het apparaat voor de eerste keer wilt gebruiken zonder adapter, moet de oplaadbare batterij volledig zijn opgeladen..
Schakel het apparaat in met de aan/ uit-schakelaar. De gebruiksduur van de batterij hangt af van de bedrijfsmodus en de
omgevingstemperatuur. Schakel het apparaat uit na gebruik.
Om de batterij op te laden, sluit u het apparaat aan op een stopcontact via de meegeleverde adapter. Het apparaat kan tijdens de
oplaadprocedure worden gebruikt.
Het toestel beschikt over een beveiligingsschakeling voor het opladen, waardoor overbelasting van de oplaadbare batterij wordt voorkomen.
Haal het apparaat echter uit het stopcontact na het opladen. Anders is er een laag stroomverbruik, ook al is het apparaat uitgeschakeld.
Het toestel zal tijdens het opladen opwarmen; dit is normaal.
Om te voorkomen dat de batterij beschadigd raakt door het ontladen, als de batterij volledig ontladen is, laad deze dan zo snel mogelijk weer op.
Bewaar het apparaat niet met de batterij volledig ontladen. Bij een langdurige opslag, laad het apparaat regelmatig bij.
Als u gebruik maakt van een standaard DMX-lichtstuurtafel, kunt u de DMX uitgang van de lichtstuurtafel rechtstreeks aansluiten op de DMX ingang van
het eerste apparaat. Sluit altijd de DMX uitgang aan op de eerst volgende DMX ingang van het volgende apparaat totdat alle apparaten zijn aangesloten.
! Bij het laatste apparaat, dient u de DMX-lijn af te sluiten met een eindweerstand. Neem een XLR connector en soldeer een 120 Ohm
weerstand tussen signaal (-) en signaal (+)en steek deze in de DMX uitgang van het laatste apparaat in de lijn.
Druk op <BLACK OUT> om licht-output uit te schakelen. Druk nogmaals op <BLACK OUT> om terug te gaan
naar de laatste modus.
In de "AUTO" modus zullen de voorgeprogrammeerde lichtshows vertoond worden. Voor het inschakelen van
de Auto-modus:
1. Druk op <AUTO> van de afstandsbediening.
2. Druk op <+> of <-> om te kiezen tussen de verschillende programma's.
In de "SOUND" modus zal het product reageren op de muziek. Voor het inschakelen van de Sound-modus:
1. Druk op <SOUND> van de afstandsbediening.
2. Druk op <+> of <-> om te kiezen tussen de verschillende programma's.
In de "STROBE" modus kunt u de stroboscoop snelheid voor de "AUTO" en "SOUND" mode aanpassen. Voor het
inschakelen van de Strobe-modus:
1. Druk op <STROBE> van de afstandsbediening.
2. Druk op <+> of <-> om de snelheid te verhogen of te verminderen.
3. Druk nogmaals op <STROBE> om uit de stroboscoop uit te schakelen.
In de "SPEED" modus kunt u de snelheid van de "AUTO" en "SOUND" mode aanpassen.
Voor het inschakelen van de Speed-modus:
1. Druk op <SPEED> van de afstandsbediening.
2. Druk op <+> of <-> om de snelheid te verhogen of te verminderen.
In de "SENSITITY" modus kunt u de geluid gevoeligheid instellen van de "SOUND" mode. Voor het instellen van de Sensitivity-modus:
1. Druk < SENSITIVITY> van de afstandsbediening.
2. Druk op <+> of <-> om de geluid gevoeligheid te verhogen of te verlagen.