V
OORBEELD VAN BEDRADING EN INSTELLING
VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Aansluiten van de bedrading
Voedingsbedrading
I
Verwijder het deksel van de schakelkast (1) en sluit de draden
aan op de binnenkant van de voedingsklemmenstrook. Trek
daarbij de binnenste draden door de rubberen mof A en klem de
draden vast met de andere draden met behulp van klem A.
Daarbij moet u de clip van klem A losmaken door erop te
drukken. Bevestig na de aansluiting klem A zoals voorheen.
Bedrading van de unit en de afstandsbediening
I
Verwijder het deksel van de schakelkast (2), trek de binnenste
draden door de rubberen mof B en sluit ze aan op de klemmen-
strook voor de transmissiebedrading van de unit.
Na het aansluiten
I
Bevestig de kleine (bij de unit geleverd) afdichting rondom de
kabels om te voorkomen dat van buiten af water in de unit
terecht kan komen. Als twee of meer kabels nodig zijn, deel dan
de kleine afdichting in het vereiste aantal stukken.
1
Klep schakelkast (1)
2
Voeding
3
Voedingsaansluitingen
4
Rubber manchet A
5
Klem A
6
Klep schakelkast (2) met etiket bedradingsschema
7
Bedrading overbrenging
8
Aansluitingen voor bedrading overbrenging
9
Rubber manchet B
10
Klem B
11
Buitenzijde unit
12
Binnenzijde unit
13
Kabel (voor voeding of overbrenging)
14
Kabelopening
15
Kleine afdichting (bij unit geleverd)
Voorzorgsmaatregelen
1
Neem de volgende opmerkingen in acht bij het bedraden naar
de voedingsklemmenstrook.
•
Sluit geen draden van een verschillende gauge aan op dezelfde
voedingsklem
(Losse
veroorzaken).
•
Sluit draden met eenzelfde gauge als volgt aan.
Gebruik de voorgeschreven elektrische draad. Bevestig de draad
stevig op de aansluitingen. Klem de draad vast zonder te grote kracht
op de aansluitingen uit te oefenen (aantrekkoppel 1,31 Nm ±10%)
2
De totale spanning van de dwarsbedrading tussen binnenunits
moet minder dan 12A bedragen. Tak de leiding buiten de
klemmenstrook van de unit af in overeenstemming met de
normen voor elektrische uitrustingen bij gebruik van een dubbele
voedingskabel met een gauge groter dan 2 mm
De aftakking moet zodanig worden beschermd dat die minstens
even goed is geïsoleerd als de voedingskabel zelf.
3
Sluit geen draden met een verschillende gauge aan op dezelfde
aardklem. Losse aansluitingen kunnen de bescherming aantasten.
4
De afstandsbedieningskabels en aansluitdraden van de units
moeten zich op minstens 50 mm afstand bevinden van de
voedingskabel. Anders kan er een storing optreden als gevolg
van elektrische interferentie.
CS-20~125UMHPP
Urban Multi airconditioner
4PW12338-1A
(Zie figuur 12)
aansluitingen
kunnen
oververhitting
2
(Ø1,6).
5
Raadpleeg de "Montagehandleiding van de afstandsbediening"
die is meegeleverd met de afstandsbediening voor het bedraden
van de afstandsbediening.
6
Sluit de voedingskabel nooit aan op de klemmenstrook voor
transmissiebedrading. Dit kan het hele systeem beschadigen.
7
Gebruik uitsluitend gespecificeerde draden en sluit die stevig
aan op de klemmen. Let op dat de draden geen externe druk
uitoefenen op de klemmen. De draden moeten zich ook in de
juiste volgorde bevinden zodat ze geen andere uitrusting
belemmeren zoals het openduwen van het servicedeurtje. Zorg
ervoor dat het deksel stevig sluit. Slecht uitgevoerde
aansluitingen kunnen oververhitting veroorzaken of, in het
slechtste geval, kortsluiting of brand.
V
OORBEELD VAN BEDRADING
Voorzie de voedingskabel van elke unit met een schakelaar en
I
zekering, zoals in figuur 21.
Voeding
1
Hoofdschakelaar
2
3
Voedingskabel
4
Transmissiebedrading
5
Schakelaar
6
Zekering
7
HR-box alleen
8
Binnenunit
9
Afstandsbediening
VOORBEELD VAN EEN COMPLEET SYSTEEM (3 systemen)
I
Zie de figuren 14, 16 en 18.
1
Buitenunit
2
Binnenunit
3
Afstandsbediening (Optie)
4
Meest stroomafwaarts gelegen binnenunit
5
Bij gebruik van 2 afstandsbedieningen
6
HR box
Bij gebruik van 1 afstandsbediening voor 1 binnenunit. (Normale
werking) (Zie figuur 14).
Bij groepsbesturing of gebruik van 2 afstandsbedieningen. (Zie
figuur 16).
Bij gebruik van een HR-box. (Zie figuur 18).
LET OP
Bij groepsbesturing is het niet nodig om een adres van
een binnenunit aan te duiden. Het adres wordt auto-
matisch ingesteld bij het inschakelen van de voeding.
Voorzorgsmaatregelen
1.
Met een enkele schakelaar kunt u de units van hetzelfde
systeem voeden. De schakelaars en werkschakelaars van de
aftakkingen moeten echter zorgvuldig worden geselecteerd.
2.
Kies bij groepsbesturing met afstandsbediening een afstands-
bediening die aangepast is aan de binnenunit met de meeste
functies.
3.
Aardt de uitrusting niet op gasleidingen, waterleidingen en
bliksemafleiders, en voer geen dwarsaarding uit met een
telefoon. Een verkeerd uitgevoerde aarding kan kortsluiting
veroorzaken.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
6