Te controleren
punten
Is het type van de bedrading conform de voorschriften?
I
Het toestel zal misschien slecht functioneren of de onder-
delen kunnen doorbranden.
I
Wordt de luchtuitblaasopening of de luchtinlaat van de binnen- of
buitenunit geblokkeerd door een voorwerp?
Het toestel zal misschien onvoldoende koelen.
Heeft u de lengte van de koelleiding en de hoeveelheid extra
I
koelstof genoteerd?
Het is niet duidelijk hoeveel koelstof het systeem nog bevat.
Opmerkingen voor de installateur
Neem deze handleiding zorgvuldig door om een correcte
I
montage te verzekeren. Toon de klant hoe het systeem op een
correcte manier te gebruiken aan de hand van de bijgevoegde
gebruiksaanwijzing.
I
Leg de klant uit wat voor systeem is gemonteerd. Vul de
montagespecificaties in onder het hoofdstuk "Wat te doen voor
gebruik?" in de gebruiksaanwijzing van de buitenunit.
K
EUZE VAN DE MONTAGEPLAATS
Als tegen het plafond de temperatuur boven de 30°C stijgt en de relatieve
vochtigheid boven 80%, of als lucht naar het plafond wordt geleid, is extra
isolatie vereist (minimaal 10 mm dik polyethyleenschuim).
Voor deze unit kunt u verschillende richtingen kiezen voor de
luchtstroom. Het is noodzakelijk om een optionele blokkeringskit aan
te schaffen om de lucht in 2 of 3 richtingen uit te laten waaien.
1
Kies een montageplaats waar aan de volgende voor-
waarden wordt voldaan en waar de klant het mee eens is:
•
Waar een optimale luchtspreiding verzekerd is.
•
Waar de luchtstroom niet is belemmerd.
•
Waar condenswater kan worden afgevoerd.
•
Waar het vals plafond niet zichtbaar afhelt.
•
Waar er voldoende speling is voor onderhoud en herstellingen.
•
Waar de lengte van de leidingen tussen de binnen- en buitenunits
binnen de grenzen kan worden gehouden. (Raadpleeg de
montagehandleiding van de buitenunit.)
•
Hou de bedrading van de binnenunit, de buitenunit, de voeding
en de transmissie minstens 1 meter van televisie- en radio-
toestellen, dit om beeldstoringen en ruis in deze toestellen te
voorkomen.
(Het kan gebeuren dat u ruis hoort, afhankelijk van de
omstandigheden waaronder de elektrische golven worden
voortgebracht, zelfs als de afstand meer dan 1 meter bedraagt).
2
Plafondhoogte
Deze binnenunit kan worden geïnstalleerd in plafonds tot 3,5 m
hoog (voor 80~125 eenheden: 4,2 m). Wanneer de unit hoger
dan 2,7 m wordt geïnstalleerd, is het echter noodzakelijk om met
de afstandsbediening de veldinstellingen te kiezen (voor 80~125
eenheden: 3,2 m). Om te voorkomen dat de unit per ongeluk
wordt aangeraakt, is het raadzaam de unit hoger dan 2,5 m te
installeren.
Raadpleeg het hoofdstuk "Lokale instelling" en de montage-
handleiding van het sierpaneel.
3
Luchtrichtingen
Selecteer de luchtrichting die het best is aangepast aan de
ruimte en de montagelocatie. (Bij luchtuitblaas in 2 of 3
richtingen moeten de lokale instellingen gebeuren met behulp
van de afstandsbediening en de luchtuitblaasopening(en)
worden gesloten). Raadpleeg de montagehandleiding van de
als optie verkrijgbare blokkeerset en het hoofdstuk "Lokale
instelling".) (Raadpleeg figuur 1 (
CS-20~125UMHPP
Urban Multi airconditioner
4PW12338-1A
= richting luchtstroom))
1
Luchtuitblaas in 4 richtingen
Luchtuitblaas in 3 richtingen
2
Luchtuitblaas in 2 richtingen
3
4
Gebruik hangbouten bij de montage. Controleer of het
plafond stevig genoeg is om het gewicht van de binnenunit
te dragen. Als er gevaar bestaat dient u het plafond te
verstevigen vooraleer de unit te monteren.
(De montageafstanden zijn aangeduid op het papierpatroon
voor montage. Raadpleeg het papierpatroon om na te gaan
welke punten verstevigd dienen te worden.)
Benodigde montageruimte. Raadpleeg figuur 2 (
luchtstroom)
1
Luchtuitblaas
2
Luchtinlaat
LET OP
Laat 200 mm of meer vrij op de plaatsen aangeduid
met *, aan de kanten waar de luchtuitblaas is gesloten.
Model
CS-20~63UMHPP
CS-80~125UMHPP
V
OORBEREIDINGEN VOOR DE MONTAGE
1.
Verhouding tussen de plafondopening enerzijds en de unit
en hangbouten anderzijds. (Zie figuur 3)
Koelleidingen
1
Hangbouten (x4)
2
3
Ophangbeugel
4
Vals plafond
5
Tussenafstand tussen hangbouten
6
Binnenunit
7
Plafondopening
8
Sierpaneel
Montage is mogelijk bij de volgende afmetingen van de opening.
Bij montage van de unit binnen het bevestigingsraam voor de
plafondmaterialen. (Zie figuur 4)
1
Afmetingen binnen het raam
Openingsafmeting in het plafondraam
2
Raam
3
4
Plafondmateriaal
5
Afmeting van de plafondopening
6
Afmeting voor overlapping van het plafondpaneel
LET OP
Montage is mogelijk met een plafondafmeting van
910mm (aangeduid met *). Om een overlapping van
het plafond-paneel van 20 mm te bereiken moet de
afstand tussen het plafond en de unit 35 mm of minder
bedragen. Als de afstand tussen het plafond en de unit
meer dan 35 mm bedraagt dient u plafondmateriaal te
bevestigen op het onderdeel of het plafond opnieuw te
bedekken.
2.
Maak de benodigde plafondopening voor montage. (Voor
een bestaand plafond)
•
Raadpleeg het papierpatroon voor montage voor de afmetingen
van de plafondopening.
•
Maak de opening in het plafond die nodig is voor de installatie.
Vanuit de zijkant van de opening naar de uitgang van de
behuizing brengt u het koelmiddel en de leidingen en de
bedrading van de afvoer voor de afstandsbediening aan (niet
nodig voor draadloos type). Zie de desbetreffende sectie voor
pijpleidingen en bedradingen.
= richting
H
≥240
≥298
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
2