VOLTCRAFT VC-AL1600 Notice D'emploi page 39

Laad in geen geval accu's met andere bedrijfsspanningen op met deze oplader!
• Verbind de rode en zwarte klem (15) met de laadkabel van de oplader. De stekkers passen alleen volgens de
juiste poolrichting in elkaar. Let op een betrouwbaar contact van de stekkerverbinding. De vergrendeling moet
vastklikken.
• Bij het losdraaien van de verbinding van de adapterkabel van de laadkabel drukt u eerst lichtjes op de sluiting van
de vergrendeling en trekt u de uiteinden van de kabels uit elkaar. Trek nooit met geweld aan de kabels voordat u
de vergrendeling heeft geopend.
• Steek de stekker (13) van de oplader in een stopcontact (220-240 V/AC, 50/60 Hz). De lader wordt geïnitialiseerd
en test iedere afzonderlijke laadfunctie. De indicatie-led's branden eventjes.
Deze oplader heeft een automatische opslagfunctie; d.w.z. hij gaat automatisch terug naar de laatst geko-
zen laadmodus, als hij wordt aangesloten op wisselstroom van het openbaar stroomnet.
• Kies vervolgens met de knop MODE (1) een laadfunctie uit. Druk zo vaak op de knop totdat de led of led's van
de gewenste functie beginnen te branden. Een beschrijving van de afzonderlijke laadmodi vindt u in het volgende
hoofdstuk "b) Laadmodi en functies".
Sluit de adapterkabel vervolgens aan op de te laden accu. Sluit nooit rechtstreeks aan op andere appara-
ten!
• Verbind nu de oplader nu met de accu. Let hierbij op de juiste polariteit. Sluit de accu in de juiste polariteitsrichting
aan. De rode adapterkabel op de pluspool, de zwarte adapterkabel op de minpool. Sluit de kabels van de rode en
zwarte klemmen (15) aan op de accupolen.
Bij ingebouwde accu's met aangesloten boordsysteem klemt u eerst de pluspool aan en klemt u vervolgens
de zwarte klem aan op de massa (carrosserie), dat ietwat verder van de accu en benzineleidingen ligt.
Controleer nogmaals het veilige contact van de poolklemmen.
• Koppel alle verbruikers los van de accu. Als de accu in een voertuig is ingebouwd, schakelt u het contact en
andere verbruikers uit. U kunt ze weer inschakelen als u heeft gecontroleerd dat alles in orde is en het totale
opgenomen vermogen van de verbruikers niet hoger is dan 16 A.
Neem de instructies en veiligheidsinformatie van het voertuig met betrekking tot het opladen van de voer-
tuigaccu in acht. Moderne voertuigen zijn voorzien van gevoelige elektronische onderdelen en sensoren
die beschadigd kunnen raken als er niet voorzichtig met wordt omgegaan.
• Als de polariteit niet juist is, brandt de led Reversed (11). Controleer de polariteit en verbindt u de polen in de
juiste richting.
• Als de laadlus zich in kortsluiting bevindt, brandt de led Short Circuit (10) en knippert.
• De oplader herkent ook automatisch defecte accu's. In dit geval wordt het geselecteerde laadprogramma niet
gestart. De led Defective (12) begint te branden. Laat de accu door specialisten controleren of zorg voor een
vervanging.
39