A
Instalação das pilhas no comando:
1 - Abrir o compartimento das pilhas
2 - Colocar as pilhas 9V, respeitand as polaridades + e –
3 - Voltar a colocar a tampa
B
Instalação das pilhas no carro:
1 - Verificar se o interruptor ON/OFF está na posição OFF
2 - Abrir o compartimento das pilhas
3 - Colocar as pilhas AA, respeitando as polaridades + e –
4 - Voltar a colocar a tampa
C
Arranque:
1 - Se necessário, aparafuse a antena na abertura no topo do te-
lecomando
2 - Estique totalmente a antena. Arranque com o carro.
3 - Para andar com o carro para a frente ou para trás, empurre ala-
vanca de aceleração para a frente ou puxe-a para trás, respectiva-
mente. Em alternativa, pressione o gatilho (segundo o modelo).
4 - Para virar o carro para a esquerda ou direita, empurre a alavanca
de direcção para a esquerda ou direita. Em alternativa (segundo o
A
Installatie van de batterijen van de zender:
1 - Open het batterijvak
2 - Plaats de 9V-batterijen en let hierbij op de polariteiten + en -
3 - Plaats de klep terug
B
Installatie van de batterij van het voertuig:
1 - Let erop dat de ON/OFF-schakelaar op OFF staat
2 - Open het batterijvak
3 - Plaats de AA-batterijen en let hierbij op de polariteiten + en -
4 - Plaats de klep terug
C
Start:
1 - Schroef de antenne indien nodig vast in opening op de bo-
venkant van de afstandsbediening.
2 - Trek de antenne volledig uit. Start de auto.
3 - Om de auto naar voor of naar achter te bewegen, duwt u de
gashendel respectievelijk naar voor of naar achter of drukt u op
trekker.
4 - Om de auto naar links of naar rechts te laten draaien, duwt u de
richtingshendel respectievelijk naar links of rechts. Afhankelijk van
modelo), rode a roda de direcção ou coloque as 2 alavancas no sen-
tido inverso para efectuar a rotação.
5 - Para parar o carro, solte a alavanca de aceleração.
6 - Para um melhor desempenho, certifique-se de que a antena
está a apontar sempre para o carro.
7 - A fim de colocar a máquina na posição de pé (modo wheely):
straight no controle remoto e, de repente voltar atrás. Você tam-
bém pode fazer o oposto.
PROBLEMAS
- Verificar se a potência do veículo está ligada.
- Verificar se as pilhas no transmissor e no veículo têm carga sufi-
ciente.
- Verificar se as pilhas no transmissor e veículo estão inseridas com
a polaridade correta.
- Verificar se a distância entre o transmissor e o veículo não é su-
perior a 15m.
- Dois ou mas veículos com a mesma frequência fazem interferên-
cia um com o outro. Em tal caso, mudar de lugar ou tentar depois
de algum tempo.
het model is het ook mogelijk het stuur in de gewenste richting te
draaien of om de twee hendels in omgekeerde richting te plaatsen
om een rotatie uit te voeren.
5 - Om het voertuig stop te zetten, laat u de versnellingshendel los.
6 - Voor optimale prestaties moet u er altijd voor zorgen dat de an-
tenne naar de auto is gericht.
7 - Met het oog op de machine in een staande positie (wheely
mode) te zetten: op rechtdoor de afstandsbediening (top) en plot-
seling te gaan en weer (laag). U kunt ook het omgekeerde doen.
PROBLEEMOPLOSSING
- Controleer of het voertuig ingeschakeld is.
- Controleer of de batterijen in de zender nog voldoende vol zijn
geplaatst volgens de poolaanduidingen.
- Controleer of de afstand tussen de zender en het voertuig niet
meer dan 15m is.
- De bediening van twee of meer voertuigen op dezelfde frequen-
tie heft onderlinge storing tot gevolg. Kies in dat geval een andere
locatie of prober het later opnieuw.
P 5