4. R
EPaRaTIE
4.1 P
reVentief onderhoud
Controleer het stationair toerental perio-
diek en na elk onderhoud. Zelfs als de ma-
chine nog perfect werkt, moet een des-
kundige regelmatig na ca. 300-400 werkuren, maar
minstens eenmaal per jaar, de motor demonteren, reini-
gen en de vier schuifkleppen op slijtage controleren. Ver-
vang tegelijk het vet in de transmissiekop (Isoflex NBU 15)
(niet afwassen!).
4.1.1 l
uchtAfVoerslAng VerVAngen
Slangklem losmaken en met luchtafvoerslang van de
kunststof behuizing trekken. Nieuwe luchtafvoerslang
met slangklem tot de aanslag op de kunststof behuizing
plaatsen. Luchtafvoerslang met slangklem zo bevestigen
dat de luchtafvoerslang niet welft.
4.1.2 l
uchttoeVoerslAng VerVAngen
Luchtafvoerslang verwijderen (zie punt 4.1.1).
Slangklem losmaken. Luchttoevoer- en netslang met ge-
luidsisolatie uit de aansluitnippel trekken. Nieuwe lucht-
toevoer- en netslang met geluidsisolatie en de slangklem
over de aansluitnippel plaatsen en bevestigen.
/o
NDERhouD
27