Repareren van storingen
Storingen zijn gewoonlijk toe te schrijven aan kleine details.
Neem de volgende raadgevingen en waarschuwingen in acht
alvorens contact op te nemen met de Technische Dienst.
Indicator
Storing
geen
De stroom is uitgevallen.
Het apparaat is niet aangesloten volgens
het aansluitschema.
Storing in het elektronische systeem.
Het bedieningspaneel is vochtig of er ligt
knippert
"
iets op.
Storing in het elektronische systeem.
"§
+ nummer
/
š
+ nummer /
+ nummer
¡
Er is een interne fout in de werking opge-
"‹
/
"Š
treden.
Het elektronische systeem is oververhit
/
"ƒ
"†
geraakt en heeft de overeenkomstige
kookzone uitgeschakeld.
Het elektronische systeem is oververhit
"...
geraakt en heeft alle kookzones uitgescha-
keld.
Onjuiste voedingsspanning, overschrijding
—‚
van de normale werklimieten.
De kookzone is oververhit en is uitgescha-
/
—ƒ
—„
keld om uw kookplaat te beschermen.
* Als de indicatie voortduurt, neem dan contact op met de technische dienst.
Zet geen hete pannen op het bedieningspaneel.
Normaal geluid tijdens de werking van het
apparaat
De technologie van het verwarmen door inductie is gebaseerd
op het ontstaan van elektromagnetische velden die ervoor
zorgen dat de warmte rechtstreeks op de bodem van de pan
wordt voortgebracht. De pannen kunnen, afhankelijk van hun
bouw, geluiden of trillingen voortbrengen, zoals hieronder
worden genoemd:
Een diep gezoem zoals in een transformator
Dit geluid ontstaat tijdens het koken op een hoge
vermogensstand. De oorzaak daarvan is de hoeveelheid
energie die de kookplaat aan de pan overdraagt. Het geluid
verdwijnt of vermindert zodra de vermogensstand wordt
verlaagd.
Een laag fluitend geluid
Dit geluid ontstaat als de pan leeg is. Het geluid verdwijnt zodra
er water of voedsel in de pan wordt gedaan.
Knisperen
Dit geluid doet zich voor bij pannen die bestaan uit lagen van
verschillende materialen. Het geluid komt door de trillingen die
ontstaan op de verbindingsvlakken van de verschillende
materialen. Dit geluid is afkomstig van de pan. De hoeveelheid
voedsel en de manier waarop het wordt bereid, kunnen de
intensiteit van het geluid doen variëren.
28
Maatregel
Controleer met andere elektrische apparaten of de stroom is uitgeval-
len.
Controleer of het apparaat is aangesloten volgens het aansluit-
schema.
Als de storing na de voorgaande controles niet is opgelost, neem
dan contact op met de technische dienst.
Droog de zone van het bedieningspaneel of neem het voorwerp weg.
Sluit de kookplaat af van het verdeelnet. Wacht 30 seconden alvo-
rens hem weer aan te sluiten. *
Sluit de kookplaat af van het verdeelnet. Wacht 30 seconden alvo-
rens hem weer aan te sluiten. *
Wacht tot het elektronische systeem voldoende afgekoeld is. Druk
vervolgens op een willekeurig symbool van de kookplaat. *
Neem contact op met uw elektriciteitsleverancier.
Wacht totdat het elektronische systeem voldoende afgekoeld is en
schakel de zone opnieuw in.
Hoge fluitende geluiden
De geluiden ontstaan met name in pannen die bestaan uit
lagen van verschillende materialen, zodra deze worden
aangezet op de hoogste stand en op twee kookzones tegelijk.
Deze fluitende geluiden verdwijnen of worden minder zodra het
vermogen wordt verlaagd.
Geluid van de ventilator
Voor een goed gebruik van het elektronische systeem moet de
kookplaat op een gecontroleerde temperatuur werken. Hiertoe
is de kookplaat voorzien van een ventilator die wordt
geactiveerd als een hoge temperatuur wordt gedetecteerd. De
ventilator kan ook door inertie werken, nadat de kookplaat is
uitgezet, als de gedetecteerde temperatuur nog te hoog is.
De omschreven geluiden zijn normaal en maken deel uit van de
inductietechnologie en duiden niet op een storing.