Aan de slag
Initiële instellingen uitvoeren
U moet de initiële instellingen uitvoeren voordat u
het apparaat voor het eerst gebruikt, na het
vervangen van de autoaccu of na het wijzigen van
de aansluitingen.
Als het scherm met de initiële instellingen niet
verschijnt als u het apparaat inschakelt, voer dan
Fabr.instell. terugzetten (pagina 15) uit om het
apparaat naar de fabrieksinstellingen te
initialiseren.
1
Raak [Taal] aan en stel vervolgens de
weergavetaal in.
2
Raak [Demo] aan, raak vervolgens [UIT] aan
en selecteer dit om de demonstratiestand
uit te schakelen.
3
Raak [Datum/tijd instellen] aan en stel
vervolgens de datum en tijd in.
4
Als u klaar bent met het instellen van de
datum en tijd, raakt u [OK] aan.
De opstartwaarschuwing verschijnt.
5
Lees de opstartwaarschuwing en raak
[Sluiten] aan als u alle voorwaarden
aanvaardt.
Het instellen is voltooid.
Deze instelling kan verder geconfigureerd worden
in het instellingenmenu (pagina 14).
Een BLUETOOTH-toestel
voorbereiden
Afhankelijk van het gebruikte BLUETOOTH-
compatibele toestel zoals een smartphone,
mobiele telefoon of audiotoestel (hierna
"BLUETOOTH-toestel" genoemd, tenzij anders
vermeld), kunt u muziek beluisteren of handenvrij
bellen. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing geleverd
bij het toestel voor meer informatie over het
aansluiten.
Vooraleer u het toestel aansluit, verlaagt u het
volume van dit apparaat. Doet u dit niet, dan kan er
een luid geluid geproduceerd worden.
Koppelen en verbinding maken met
een BLUETOOTH-toestel
Wanneer u voor het eerst verbinding maakt met
een BLUETOOTH-toestel, moeten de toestellen
onderling worden geregistreerd (dit wordt
"koppelen" genoemd). Door een koppeling door te
voeren, kunnen dit apparaat en andere toestellen
elkaar herkennen.
1
Plaats het BLUETOOTH-toestel niet verder
dan 1 m verwijderd van dit apparaat.
2
Druk op HOME en raak vervolgens
[Instellingen] aan.
3
Raak
aan.
4
Raak [Bluetooth-verbinding] aan en stel het
signaal vervolgens in op [AAN].
Het BLUETOOTH-signaal wordt ingeschakeld en
licht op op de statusbalk van het apparaat.
5
Raak [Koppelen] aan.
knippert terwijl het apparaat zich in de stand-
bystand voor de koppeling bevindt.
6
Voer de koppeling uit op het BLUETOOTH-
toestel zodat het dit apparaat detecteert.
7
Selecteer [XAV-AX100] op het scherm van
het BLUETOOTH-toestel.
Als de modelnaam niet weergegeven wordt,
herhaalt u dit proces vanaf stap 5.
8
Als u een wachtwoord* moet invoeren op
het BLUETOOTH-toestel, voert u [0000] in.
* Het wachtwoord kan afhankelijk van het BLUETOOTH-
toestel "toegangscode", "PIN-code", "PIN-getal",
"wachtwoord" enz. worden genoemd.
Wachtwoord invoeren
[0000]
Als de koppeling doorgevoerd is, blijft
branden.
7
NL