sor niet en plaats geen voorwerpen tegen of op de
compressor.
• Gebruik de compressor alleen in een schone, droge
en goed geventileerde ruimte.
• Nooit onbeheerd laten werken. Schakel de
compressor altijd uit en trek de stekker uit het
stopcontact als deze niet wordt gebruikt.
• Risico op ernstig oogletsel door vocht en vuil.
Gebruikers van het apparaat en anderen in het
werkgebied moeten bij het werken met de com-
pressor en/of het openen van het aftapventiel een
CE-goedgekeurde en stootvaste oogbescherming
met zijafscherming dragen.
• Nooit op een lichaamsdeel spuiten.
• Schokgevaar kan de dood of ernstig letsel tot
gevolg hebben. Sluit de compressor alleen aan op
een goed geaard stopcontact.
• Stof kan ontstaan bij het snijden, schuren,
boren of slijpen van materialen zoals hout, verf,
metaal, beton, cement of ander metselwerk. Om
blootstelling aan deze stoffen te verminderen,
moet u in een goed geventileerde ruimte werken en
ALTIJD goedgekeurde veiligheidsuitrusting dragen.
• HOUD KINDEREN TE ALLEN TIJDE UIT DE
BUURT VAN DE COMPRESSOR.
!
VOORZICHTIG:
• Perslucht die water bevat licht of matig letsel tot
gevolg hebben. Nooit naar personen spuiten.
ATTENTIE:
• Als de pomp is getransporteerd of ondersteboven
is gedraaid (zelfs gedeeltelijk), laat de pomp dan
ongeveer 10 minuten in een normale, rechtopstaan-
de positie staan alvorens te starten.
Montage-instructies
• Pak de compressor uit. Controleer de compressor
op beschadigingen. Neem onmiddellijk contact op
met uw TJEP-dealer als de compressor is bescha-
digd.
• Controleer het identificatielabel van de luchtcompressor
om zeker te zijn dat u het beoogde model hebt gekocht
en dat de compressor de vereiste drukwaarde heeft voor
het beoogde gebruik.
• De doos moet de compressor en deze veiligheids-
en bedieningsinstructies bevatten.
Luchtcompressor plaatsen
1. Plaats de luchtcompressor (1) in de buurt van een
stopcontact (2) (afb. B).
2. Houd een afstand van minstens 31 cm aan tussen
de compressor en een wand (3) of obstakel. Plaats de
compressor in een schone, goed geventileerde ruimte
om voldoende luchtstroom en koeling te garanderen
(afb. B).
3. Plaats de compressor op de vloer of op een harde,
vlakke ondergrond. De compressor moet waterpas
staan om een goede afvoer van het vocht in de tank te
garanderen.
Luchtslang aansluiten op de compressor
1. Sluit de luchtslang (1) aan op de snelkoppeling van
de compressor (2) (afb. C).
Bedieningsinstructies
De pomp inwerken
1. Zet de drukschakelaar (1) in de stand UIT (OFF) (afb.
D).
2. Open het aftapventiel van het reservoir (1) door het
linksom te draaien. Zo kan de lucht ontsnappen en
wordt geen druk opgebouwd tijdens de inwerkperiode
(afb. E).
3. Draai de knop van de drukregelaar (1) rechtsom tot
aan de aanslag (afb. F).
4. Steek de stekker in het stopcontact.
∙ Gebruik een eigen stroomkring. De compressor
gebruikt de volledige capaciteit van een typische
huishoudelijke stroomkring van 10 A. Als andere
elektrische apparaten stroom trekken uit de
stroomkring van de compressor, start de com-
pressor mogelijk niet of kan een overbelastings-
kring een trage start veroorzaken waardoor het
overbelastingsbeveiligingssysteem van de motor
of de stroomonderbreker uitschakelt, vooral in
koude omstandigheden.
∙ Trek de stekker pas uit het stopcontact na de
inwerkprocedure om beschadiging van de motor
te voorkomen.
5. Zet de drukschakelaar (1) in de stand UIT (ON) (afb.
D). De compressor zal starten. Laat de compressor 30
minuten draaien. Als dat niet lukt, moet u de compres-
sor onmiddellijk uitschakelen en contact opnemen met
uw lokale TJEP-dealer.
Houd er rekening mee dat het apparaat alleen voor het
eerste gebruik hoeft te worden ingewerkt.
6. Schakel de drukschakelaar na 30 minuten uit.
7. Sluit het aftapventiel van de tank (1) door het rechts-
om te draaien (afb. E).
8. Zet de drukschakelaar in de stand AAN (ON). (afb.
D) De luchtketel wordt gevuld tot aan de "uitscha-
keldruk" en de motor van de compressor stopt. De
compressor is nu klaar voor gebruik.
Voor elke start
1. Zet de drukschakelaar (1) in de stand UIT (OFF)
(afb. D).
2. Draai de knop van de drukregelaar (1) linksom tot
aan de aanslag (afb. F).
3. Bevestig de slang en accessoires (afb. C).
Opstarten
1. Sluit het aftapventiel van de tank (1) (afb. I).
2. Steek de stekker in het stopcontact (2) (afb. I).
3. Zet de drukschakelaar in de stand AAN (ON) en laat
de tankdruk opbouwen (afb. D). De motor stopt zodra
de tankdruk de uitschakeldruk bereikt.
4. Draai de knop van de luchtdrukregelaar rechtsom
Nederlands
79