3. Het binnenapparaat installeren
1
2
4
5
7
8
Afb. 3-1
A
2
B
A
75
F
B
233
246
I
F
Afb. 3-2
3
6
(mm)
236
2
85
86 2
H G
138
E
D
G
H
C
C
H
E
D
G
233
J
246
E
3.1. Controleer de accessoires voor het binnenapparaat
(Afb. 3-1)
Het binnenapparaat moet geleverd worden met de volgende reserve-onderdelen en
toebehoren (deze zitten in het inlaatrooster).
Accessoire naam
Pakking
1
Pijpbekleding
2
Pijpbekleding
3
Band
4
Sokverbinding
5
Mofbedekking
6
Afvoerleidingsbedekking
7
Flensmoer
8
3.2. Voorbereidingen voor de montage (Afb. 3-2)
3.2.1. Ophangbout installatieruimte
Modellen
A
M35, 50
917
M60, 71
1237
M100, 125, 140
1557
3.2.2. Plaats van de koelvloeistof en de afvoerleiding
Modellen
C
M35, 50
184
M60
179
M71-140
180
A Uitlaat voorzijde
B Uitlaat links
C Uitlaat rechts
D Onafhankelijk stuk (kan er afgehaald worden)
E Rechter afvoerleiding
Bij de leiding aan de achterkant, dient u de gearceerde delen van
stuk te verwijderen. Plaats
het onafhankelijke stuk daarna terug in de beginpositie.
D
(De warmtewisselaar kan verstopt zijn door stof.)
Hoeveelheid
4 stuks
1 stuk, grote maat (voor de gasleidingen)
1 stuk, kleine maat (voor vloeistofleidingen)
4 stuks
1 stuk, gemerkt met 'UNIT'
1 stuks
1 stuks
1 stuks ø6,35 (Uitsluitend M60)
(mm)
B
960
1280
1600
(mm)
D
203
203
200
F Linker afvoerleiding
G Gasleiding
H Vloeistofleiding
I Rubber plug
J met sokverbinding 5
het onafhankelijke
D
nl
3