14.1 Stroomuitval
Tijdens een stroomuitval stijgt de
temperatuur in het apparaat, hierdoor
verkort de bewaartijd en de kwaliteit
van de diepvriesproducten vermin-
dert.
Op onze website van uw apparaat
vindt in de technische gegevens de
bewaartijd van de diepvriesproducten
in geval van een storing.
Opmerkingen
Het apparaat tijdens een stroomuit-
¡
val zo weinig mogelijk openen en
geen andere levensmiddelen inrui-
men.
De kwaliteit van de levensmiddelen
¡
onmiddellijk na de stroomuitval
controleren.
– Diepvriesproducten die ontdooid
en warmer dan 5 °C zijn, weg-
gooien.
– Licht ontdooide diepvriesproduc-
ten koken of bakken en ofwel
verbruiken of opnieuw invriezen.
14.2 Apparaatzelftest uitvoe-
ren
Uw apparaat beschikt over een appa-
raatzelftest, welke storingen weer-
geeft, die uw service kan verhelpen.
Het apparaat uitschakelen.
1.
→ Pagina 89
Haal de stekker van het apparaat
2.
uit het stopcontact.
De stekker van het netsnoer uit het
stopcontact trekken of de zekering
in de meterkast uitschakelen.
Het apparaat na 5 minuten op-
3.
nieuw elektrisch aansluiten.
→ Pagina 87
Binnen 10 seconden na het reali-
4.
seren van de elektrische aanslui-
ting
gedurende 5 tot 7 seconden
ingedrukt houden, tot een tweede
akoestische signaal klinkt.
De apparaatzelftest start.
a
Tijdens de apparaatzelftest weer-
a
klinkt tussendoor een lang akoes-
tisch signaal.
Als na het einde van de apparaat-
a
zelftest 2 akoestische signalen
weerklinken en "super" twee keer
knippert, is uw apparaat in orde.
Het apparaat gaat over op de nor-
male werking.
Als na het einde van de apparaat-
a
zelftest 5 akoestische signalen
klinken en "super" gedurende 10
seconden knippert, neem dan con-
tact op met de service.
Opslaan en afvoeren
15 Opslaan en afvoeren
Opslaan en afvoeren
15.1 Apparaat buiten gebruik
stellen
Het apparaat uitschakelen.
1.
→ Pagina 89
Haal de stekker van het apparaat
2.
uit het stopcontact.
De stekker van het netsnoer uit het
stopcontact trekken of de zekering
in de meterkast uitschakelen.
Alle levensmiddelen verwijderen.
3.
Het apparaat ontdooien.
4.
→ Pagina 92
Het apparaat reinigen.
5.
→ Pagina 93
Om de ventilatie van het interieur
6.
te waarborgen het apparaat geo-
pend laten.
Opslaan en afvoeren nl
97