Gebruik van uw koelkast
6
De werkingstemperatuur wordt
geregeld via de temperatuurbediening.
W
1 = Laagste koelstand (warmste instelling)
4 = Hoogste koelinstelling (koudste
instelling)
De gemiddelde koelkasttemperatuur
moet ongeveer +5 °C bedragen.
Kies een stand afhankelijk van de
gewenste temperatuur.
Merk op dat er in het koelgebied
verschillende temperaturen zijn.
Het koudste gedeelte bevindt zich
onmiddellijk boven het groentevak.
De binnentemperatuur hangt ook af van
de omgevingstemperatuur, hoe vaak de
deur geopend wordt en de hoeveelheid
voedsel die in de koelkast wordt
bewaard.
De afbeeldingen in deze handleiding zijn bedoeld als schetsen en
het is mogelijk dat ze niet perfect overeenstemmen met uw product.
C
Als de betrokken vakken niet aanwezig zijn in uw product verwijst de
informatie naar andere modellen.
Koelkast / Handleiding
Wanneer u de deur vaak opent, stijgt de
binnentemperatuur.
Het is daarom raadzaam om de deur na
elk gebruik zo snel mogelijk te sluiten.
6.1.Knop voor
thermostaatregeling
De binnentemperatuur van uw koelkast
verandert om de volgende redenen;
• Se zoentemperaturen,
• Frequent openen van de deur of de
• Etenswaren d e n de koelkast
C
5
• De plaats van de koelkast n de kamer
• Met de thermostaat kunt u een als
• Wanneer de omgev ngstemperatuur
• Wanneer de omgev ngstemperatuur
19/24 FL
deur lang open laten staan,
wordt geplaatst zonder dat deze tot
kamertemperatuur z jn afgekoeld.
(b jv. blootgesteld aan zonl cht)
gevolg van deze redenen var ërende
b nnentemperatuur aanpassen. De
c jfers rond de thermostaatknop
geven de mate van koel ng aan.
hoger s dan 32°C, draa t u
de thermostaatknop n de
max mumpos t e.
lager s dan 25°C, draa t u de
thermostaatknop naar de m n mum
pos t e.