5)
IN GEVAL VAN WERKINGSPROBLEMEN
Als u twijfels heeft over de goede werking van uw apparaat betekent dit niet noodzakelijkerwijs
dat het defect is. In alle gevallen, controleert u de volgende punten:
U stelt vast dat...
Het apparaat start niet.
Het apparaat is luidruchtig.
Het plateau draait niet juist.
U stelt damp op de ruit vast.
Het voedingsmiddel wordt niet verwarmd in
het programma microgolven.
Het apparaat produceert vonken.
De gloeilamp is verbrand.
Opgelet:
Dit apparaat is uitgerust met een hoogspanningscircuit. In elk geval mag u
nooit zelf handelingen verrichten aan de binnenkant van het apparaat.
Wat moet u doen?
Controleer de aansluiting van uw apparaat.
Ga na of de deur van uw oven goed gesloten
is.
Ga na op de kinderbeveiliging
geprogrammeerd is.
Maakt de rolletjes en de zone onder het
draaiplateau schoon.
Controleren of alle wieltjes goed geplaatst zijn.
Droog het condensatiewater af met behulp
van een vod.
Ga na of het keukengerei geschikt is voor
microgolfovens en dat het vermogensniveau
goed aangepast is.
Maak het apparaat goed schoon: verwijder
vet, bakdeeltjes...
Verwijder elk metalen element van de wanden
van de oven.
Gebruik nooit metalen onderdelen met de grill.
Doe beroep op een professionele dealer van
het merk om de gloeilamp te vervangen.
82
niet