Bruder Mannesmann Werkzeuge 22400 Instructions De Service page 21

•
Reinigingsmiddel op het droge voorwerp/ opper-vlakte sproeien en kort laten inwerken
(niet laten opdrogen!)
•
Schuimmondstuk (10) van het pistool afhalen, waaierstraalmondstuk (9) monteren en
losgeweekt vuil met de hoge-drukstraal afspuiten.
Het schoonmaakproces
Object met hogedruk afspuiten zodat het grove vuil eraf gaat.
•
Het schoonmaakmiddel op het oppervlak spuiten en korte tijd laten inwerken (niet op
•
laten drogen!)
Het vuil met de hogedrukstraal weg te spuiten.
•
Waaierstraalsproeier
Door het draaien van de sproeierhouder (21) kan tussen puntstraal (19) en waaierstraal
(20) met de waaierstraalsproeier worden afgewisseld.
Vuilfrees
De vuilfrees (11) maakt een roterende puntstraal. Daardoor wordt een snelle reiniging van
grote oppervlakken vloer of muur mogelijk.
Doe om te beginnen datgene dat hierboven onder het punt „Voor u begint te werken" is
•
beschreven.
Monteer de rotorsproeier (11) aan de straalbuis (6) zoals eerder beschreven.
•
Bij het drukken op de ontgrendeling (14) komt een roterende puntstraal tot stand.
•
Door het heen en weer bewegen van het spuitpistool worden bijvoorbeeld algen of mos
•
effectief van oppervlakken in de buitenlucht verwijderd.
Reiniging beëindigen
Hoogdrukreiniger met bedrijfsschakelaar (3) uitschakelen door draaien de bedrijfs-
•
schakelaar in de stand „OFF" en het afkoppelen van de netstekker.
Watertoevoer afsluiten en het apparaat van de watertoevoer afkoppelen.
•
De ontgrendeling (14) van het spuitpistool (1) drukken tot het apparaat geen druk meer
•
heeft.
• De ontgrendeling (17) van het spuitpistool (8) met de ontgrendelingsblokkade (13)
vergrendelen.
Verwijder de hogedrukslang van het pistool door de vergrendelingsknop (15) in te
•
drukken en de slang naar onder uit het pistool te trekken.
Het apparaat op een veilige, voor kinderen niet toegankelijke en vorstvrije plek
•
bewaren.
Laat de hoogdrukreiniger voor u hem langere tijd niet gebruikt en voor het opbergen in
•
de winter voor ca. 5 seconden zonder watertoevoer en zonder aangesloten hoogdruk-
slang lopen. Daardoor wordt de pomp vrijwel van restwater ontdaan en is het gevaar
van beschadiging door opvriezend water in het apparaat vrijwel uitgesloten.
NL - 21