NEDERLANDS
NEDERLANDS
in het vuur.
•
Let bij het plaatsen van de batterijen goed op de + en -. Wanneer
de batterijen worden vervangen wordt het aangeraden om alle
batterijen te vervangen, mix geen oude en nieuw batterijen.
•
Het wordt aangeraden om alkaline batterijen te gebruiken, deze
hebben een langere levensduur dan normale batterijen.
•
Het vervangen van de batterijen is nodig wanneer het scherm
minder helderheid verliest of wanneer het helemaal niks meer
weergeeft.
Vervangen van batterijen
•
Bij een onjuiste weergave op het scherm wordt het aangeraden
om de batterijen te vervangen.
•
Gebruik 2 stuks AAA batterijen als stroomvoorziening.
CONSOLE (FIG. A)
•
MODE Instelling bevestigen en/of wisselen van weergave.
•
SET Het instellen van TIME, COUNT, CAL.
RESET Houd 3 sevonden ingedrukt om instellingen te resetten.
•
Functies
•
SCAN Druk op "MODE" totdat "SCAN" in beeld verschijnt. Het
console zal wisselend 7 functies tonen: TIME, DISTANCE,
CALORIE, COUNT, TOTAL COUNT, RPM, PULSE. De functies
wisselen om de 6 seconden.
•
TIME De totale trainingstijd van het begin tot het einde van
de training wordt weergegeven. Druk op "MODE" totdat "TIME"
in beeld verschijnt om een trainingstijd in te stellen.
•
RPM Aantal slagen per minuut, geeft de slagsnelheid tijdens de
training.
•
COUNT Het aantal slagen tijdens de training wordt weergegeven.
Druk op "MODE" totdat "COUNT" in beeld verschijnt om een
doel in te stellen.
TOTAL COUNT Het totale aantal slagen van het begin tot het
•
einde van de training wordt weergegeven.
•
DISTANCE De totale afstand van het begin tot het einde van de
training wordt weergegeven.
•
CALORIES Het totale aantal verbruikte calorieën van het begin
tot het einde van de training wordt weergegeven. Druk op "MODE"
totdat "CAL" in beeld verschijnt om een caloriedoel in te stellen.
•
PULSE Huidige hartslag wordt getoond als deze is gedetecteerd
tijdens de training.
LET OP!
Wanneer er langer dan 4 minuten geen beweging is dan zal
•
het console automatisch in slaapmodus gaan.
Wanneer het toestel is gekoppeld aan een app, gaat het
•
console niet automatisch in slaapmodus.
TRAININGSRICHTLIJNEN (FIG. B, 1-5)
Een succesvol trainingsprogramma bestaat uit een warming-up, de
training zelf en een cooling down. Voer de hele training minstens twee,
maar bij voorkeur drie keer per week uit en houdt één dag rust tussen
de trainingen. Na enkele maanden kan de trainingsintensiteit worden
verhoogd tot bijvoorbeeld vier of vijf keer per week.
Warming-up
Het doel van een warming-up is dat het lichaam voorbereid wordt op
een training en het verminderd de kans op blessures. Warm het lichaam
op in twee tot vijf minuten voordat er met een cardio- of krachttraining
begonnen wordt. Doe oefeningen die de hartslag verhogen en de
werkende spieren opwarmen. Voorbeelden van dit soort activiteiten
zijn: vlot lopen, joggen, jumping jacks, touwtje springen en rennen op
de plaats.
Stretchen
Stretchen terwijl spieren warm zijn, is zeer belangrijk na een goede
warming-up en cooling-down. Het vermindert de kans op blessures.
Stretchoefeningen dienen gedurende 15 tot 30 seconden worden
vastgehouden. Voorbeelden van stretchoefeningen zijn:
•
Toe touch (Fig. B-1)
•
Inner thight stretch (Fig. B-2)
•
Hamstring stretch (Fig. B-3)
•
Achilles stretch (Fig. B-4)
•
Side stretch (Fig. B-5)
Cooling-down
Het doel van de cooling-down is het lichaam aan het einde van de
training terug te brengen naar de (bijna) normale ruststand. Een
goede cooling-down vermindert langzaam uw hartslag en bevordert
het herstel.
17