Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
5. De ketting is versleten en moet door een
nieuwe zaagketting vervangen worden als de
zaagtanden nog 4 mm lang zijn.
6. Na het aanscherpen, moeten alle
zaagonderdelen even lang en breed zijn.
7. Na elke drie keer aanscherpen, moet de
diepte van het scherpe oppervlak (dieptestop)
gecontroleerd worden en de hoogte gevijld
worden met een platte vijl. De dieptestop
moet op ongeveer 0,65 mm van de zaagtand
gezet worden. Na het achteruit zetten van de
dieptestop, rondt u dit een beetje af aan de
voorkant.
De kettingspanning aanpassen
Het aanspannen van de kettingspanning
wordt beschreven in het hoofdstuk "Montage -
kettingzaag aanspannen".
• Schakel het apparaat uit en haal de accu (14)
uit het apparaat.
• Controleer de kettingspanning regelmatig en
stel deze zo vaak als mogelijk opnieuw in. Als
de ketting is aangespannen met 9 N (ongeveer
1 kg), mag het gat tussen de zaagketting en de
geleidingsrail niet groter zijn dan 2 mm.
Een nieuwe zaagketting starten
In het geval van een nieuwe ketting, kan de
spanning afnemen na een tijd. Daarom moet
u de ketting opnieuw aanspannen na de eerste
5 zaagsnedes en niet later dan na 10 minuten
zagen.
Bevestig een nieuwe zaag nooit aan een versleten
aandrijftandwiel of plaats een nieuwe zaag nooit
op een beschadigde of versleten kettingstang. De
ketting kan terugspringen of breken, met mogelijk
ernstig letsel als gevolg.
De kettingstang onderhouden
Gebruik snijbestendige handschoenen
tijdens het hanteren van de ketting of de
kettingstang.
1. Schakel het apparaat uit en haal de accu (14)
uit het apparaat.
2. Verwijder het deksel van het aandrijftandwiel
van de ketting (9), de zaagketting (12) en de
kettingstang (11).
38
3. Controleer de kettingstang (11) op
slijtage. Verwijder bramen en maak de
geleidingsoppervlakken vlak met een vijl.
4. Monteer de kettingstang (11), zaagketting (12)
en het deksel van het aandrijftandwiel van de
ketting (9) en zet de zaagketting vast.
De zaagstang draaien
Draag snijbestendige handschoenen
tijdens het werken met de zaagketting of
de zaagstang.
De zaagstang (11) moet regelmatig omgedraaid
worden, na een bedrijfstijd van ongeveer 10 uur,
om gelijkmatige slijtage te verzekeren.
1. Schakel het apparaat uit en haal de accu (14)
uit het apparaat.
2. Verwijder het tandwieldeksel (9), de
zaagketting (12) en de kettingstang (11).
3. Draai de zaagstang rond zijn horizontale as en
installeer de zaagstang en zaagketting zoals
worden beschreven in "De zaagketting en
zaagstang installeren".
Let terwijl u dit doet op de juiste draairichting van
de zaagketting!
Richting van de beweging
van de zaagketting
Gebruik de grafische markering boven het
kettingtandwiel (17) als een richtlijn om de
zaagketting (12) uit te lijnen wanneer de zaagstang
gedraaid is. De weergegeven richting van de
beweging van de zaagstang is niet langer juist.
MILIEU
Haal de oplaadbare accu uit het apparaat en
recycle het apparaat, gebruikte olie, accessoires
en verpakking op een milieuvriendelijke
manier. Instructies voor het verwijderen van de
oplaadbare accu en de lader kunnen gevonden
worden in de afzonderlijke gebruikshandleiding.
Niet goed functionerende en/of
afgedankte elektrische of elektronische
apparaten moeten bij de juiste
inzamelpunten voor recycling worden
aangeboden.
Publicité
