Het scherm verdwijnt van/verschijnt niet op de
monitor.
• De dimmer is ingesteld op "AAN" (pagina 56).
• Het scherm verdwijnt als u (SOURCE/OFF)
ingedrukt houdt.
t Druk op (SOURCE/OFF) op het apparaat tot het
scherm wordt weergegeven.
• "M.OFF" is ingeschakeld en de functie voor het
uitschakelen van de monitor is geactiveerd
(pagina 11).
t Raak het scherm aan om het weer in te schakelen.
Het scherm reageert niet correct op uw
aanraking.
• Raak één deel van het scherm tegelijk aan. Als twee
of meer delen tegelijk worden aangeraakt, werkt het
scherm niet correct.
• Kalibreer het aanraakscherm (pagina 50).
• Raak het drukgevoelige scherm krachtig aan.
De functie voor automatisch uitschakelen
werkt niet.
Het apparaat is ingeschakeld. De functie voor
automatisch uitschakelen wordt geactiveerd nadat het
apparaat is uitgeschakeld.
t Verlaat de bron.
De menu-items kunnen niet worden
geselecteerd.
Niet-beschikbare menu-items worden grijs
weergegeven.
USB-muziek, USB-video, AUX en BT-audio
kunnen niet als bron geselecteerd worden.
Sommige bronnen worden niet weergegeven op het
bronkeuzescherm.
t Verwijder het vinkje bij het bronitem dat u niet kunt
selecteren (pagina 59).
De monitorhoek kan niet worden aangepast.
De monitor werd geopend terwijl het apparaat gereset
werd.
t Zorg ervoor dat het voorpaneel gesloten is voor u
het apparaat reset.
Radio-ontvangst
Er kunnen geen zenders worden ontvangen.
Het geluid is gestoord.
De aansluiting is niet juist.
t Sluit de bedieningskabel van de elektrische
antenne (blauw) of voedingskabel voor
accessoires (rood) aan op de voedingskabel van
de auto-antenneversterker (alleen als uw auto is
uitgerust met een radioantenne in de achter- of
zijruit).
t Controleer de aansluiting van de autoantenne.
t Als de automatische antenne niet uitschuift,
controleert u de aansluiting van de
bedieningskabel van de elektrische antenne.
Er kan niet worden afgestemd op
snelkeuzezenders.
• Sla de juiste frequentie op in het geheugen.
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
Er kan niet automatisch worden afgestemd op
zenders.
Het ontvangstsignaal is te zwak.
t Stem handmatig af.
RDS
Het zoeken begint na enkele seconden
afspelen.
De zender is geen TP-zender of heeft een zwak
signaal.
t Schakel TA uit (pagina 18).
Er is geen verkeersinformatie.
• Schakel TA in (pagina 18).
• De zender is een TP-zender, maar zendt toch geen
verkeersinformatie uit.
t Stem af op een andere zender.
PTY toont "None".
• De huidige zender is geen RDS-zender.
• Er zijn geen RDS-gegevens ontvangen.
• De zender geeft het programmatype niet door.
De programmaservicenaam knippert.
Er is geen alternatieve frequentie voor de huidige
zender.
t Raak ./> aan terwijl de
programmaservicenaam knippert. "PI seek" wordt
weergegeven en het apparaat begint te zoeken naar
een andere frequentie met dezelfde PI-gegevens
(programma-identificatie).
Beeld
Er wordt geen beeld of een onduidelijk beeld
weergegeven.
• Het apparaat is niet goed aangesloten.
• Controleer de aansluiting van het aangesloten
apparaat en stel de bronkeuzeschakelaar in op dit
apparaat.
• De disk is defect of vuil.
• Het apparaat is niet goed geïnstalleerd.
t Installeer het apparaat in een hoek van minder
dan 45° op een stabiele plaats in de auto.
• De handremkabel (lichtgroen) is niet aangesloten op
het schakelsnoer van de handrem of de handrem
wordt niet gebruikt.
De afbeelding past niet op het scherm.
Er wordt een vaste breedte-/hoogteverhouding op de
DVD gebruikt.
Er wordt geen afbeelding of een onduidelijke
afbeelding weergegeven op de monitor
achterin.
• Een bron/stand die niet is aangesloten, is
geselecteerd. Als er geen invoer is, wordt er geen
beeld weergegeven op de monitor achterin.
• De instelling voor het kleursysteem is onjuist.
t Stel het kleursysteem in op "PAL" of "NTSC" op
basis van de aangesloten monitor (pagina 53).
• Het beeld van de achteruitkijkcamera wordt
weergegeven op dit apparaat.
t Er wordt geen beeld weergegeven op de monitor
achterin als het beeld van de achteruitkijkcamera
wordt weergegeven op dit apparaat.
69