Zet de stangen vast door de middelste bout (22) vast
u
te zetten met de meegeleverde inbussleutel (23), zoals
wordt getoond in afbeelding J.
De hulphandgreep bevestigen
Plaats de hulphandgreep ( 5 ) boven op de bovenste
u
trimmerstang (6), zoals wordt getoond in afbeelding K.
Schuif de beugel ( 24 ) van de hulphandgreep op de
u
onderzijde van de handgreep.
Draai de bouten ( 25 ) van de handgreep van boven door
u
de handgreep en in de beugel.
Zet bouten van de handgreep vast. Controleer dat de
u
handgreep stevig is bevestigd door de klem (26) van de
handgreep te sluiten.
U kunt de stand van de hulpgreep aanpassen door de
u
klem van de handgreep te openen en de handgreep
omhoog en omlaag over de stang te schuiven tot de
handgreep op de gewenste plaats zit. Sluit de klem
en vergrendel de handgreep op z'n plaats.
De snijdraad losmaken
Tijdens transport is de snijdraad met tape aan de
spoelbehuizing bevestigd.
Verwijder de tape waarmee de snijdraad aan de
u
spoelbehuizing is bevestigd. Zie "De spoel vervangen"
voor instructies voor het verwijderen van de spoel.
Laadprocedure (alleen model STC5433)
BLACK+DECKER-laders zijn ontworpen voor het laden van
BLACK+DECKER-accu's.
Steek de lader (15) in een geschikt stopcontact voordat u
u
de accu (14) plaatst.
Plaats de accu (14) in de lader (15), zoals wordt getoond
u
in afbeelding A.
Het groene oplaadlampje (15a) gaat knipperen ten teken
u
dat de accu wordt opgeladen.
Wanneer de accu geheel is opgeladen, blijft het groene
u
lampje (15a) ononderbroken branden. De accu is volledig
opgeladen en kan worden gebruikt of in de lader blijven
zitten.
Opmerking: Laad accu's die leeg zijn zo spoedig mogelijk na
gebruik op, omdat anders de levensduur van de accu mogelijk
ernstig wordt bekort. Accu's hebben de langste levensduur
wanneer u ze niet volledig ontlaadt. Aangeraden wordt de
accu's na elk gebruik op te laden.
De accu in de lader laten zitten
U kunt de accu (14) voor onbeperkte tijd in de lader (15) laten
zitten terwijl het LED-lampje brandt. De lader houdt de accu
volledig opgeladen.
Belangrijke opmerkingen over opladen
De langste levensduur en de beste prestaties kunnen
u
worden behaald als de accu wordt opgeladen wanneer
de luchttemperatuur is tussen 18° en 24 °C. LAAD de
accu NIET op bij een temperatuur lager dan +4,5°C
of hoger dan +40,5°C. Dit is belangrijk en zal ernstige
beschadiging van de accu voorkomen.
De lader en de accu's zullen tijdens het laden misschien
u
bij aanraking warm aanvoelen. Dit is niet ongewoon en
wijst niet op een probleem.
All manuals and user guides at all-guides.com
(Vertaling van de originele instructies)
u
u
u
u
Waarschuwing! Laat geen vloeistof in de lader dringen.
Probeer nooit om welke reden dan ook de accu te openen. Als
de kunststof behuizing van de accu breekt of scheurt, breng
de accu dan naar een servicecentrum waar deze kan worden
gerecycled.
Laadniveau-indicator (Afb. B)
De accu is voorzien van een laadniveau-indicator.
Hiermee kan het actuele laadniveau in de accu
tijdens gebruik en tijdens laden worden weergegeven.
De indicator geeft geen aanduiding van de functionaliteit
van het gereedschap en is voor de werking afhankelijk
van componenten en temperatuur van het product en de
toepassing door de eind-gebruiker.
Laadniveau controleren tijdens gebruik
u
u
u
Diagnosefuncties van de lader (Afb. E)
Zie de indicatoren in afbeelding E voor de laadstatus van de
accu.
Slechte accu
Ziet u het lampje in dit patroon van een slechte accu
knipperen, ga dan niet door met het opladen van de accu.
Plaats de accu en de lader na gebruik niet in een warme
omgeving, zoals een metalen schuur of een niet-
geïsoleerde aanhangwagen, laat ze op een koele plaats
afkoelen.
Als de accu niet goed wordt opgeladen:
Controleer of er de spanning op het stopcontact staat
u
door een lamp of apparaat aan te sluiten.
Controleer of er op het stopcontact misschien
u
verlichting is aangesloten en het stopcontact
stroomloos wordt wanneer u de verlichting uitschakelt.
Breng de lader en de accu naar een plaats waar de
u
lucht/omgevingstemperatuur ongeveer 18°- 24 °C is.
Breng, als de problemen met het opladen aanhouden,
u
de machine, de accu en de lader naar het
servicecentrum bij u in de buurt.
De accu moet worden opgeladen wanneer de accu niet
voldoende vermogen levert voor werkzaamheden die
eerder zonder veel moeite werden uitgevoerd. WERK
NIET LANGER MET HET GEREEDSCHAP onder deze
condities. Volg de laadprocedure. U kunt ook een accu
die u al hebt gebruikt opladen, wanneer u dat maar wilt,
zonder nadelige gevolgen voor de accu.
Bepaalde materialen die geleidend zijn, zoals, maar niet
uitsluitend, staalwol, aluminiumfolie of een opeenhoping
van metaalachtige deeltjes, kunnen beter bij de holtes van
de lader worden weggehouden. Trek altijd de stekker uit
het stopcontact wanneer er geen accu in de uitsparing
van de lader zit. Trek de stekker van de lader uit het
stopcontact voordat u de lader gaat reinigen.
Laat de lader niet bevriezen en dompel de lader niet onder
in water of andere vloeistoffen.
Druk op de knop van de laadniveau-indicator (B1).
De drie LED-lampjes (B2) gaan branden en geven het
percentage van de lading van de accu aan. Zie het
schema in afbeelding B.
Als er geen LED-lampje brandt, moet u de accu opladen.
NEDERLANDS
51