132
Systeeminfor m atiegids
Verwijder de kap door de twee knoppen aan de zijkant in te drukken
7
en de kap naar de achterkant van het dockingstation te draaien. Zodra
de kap naar achteren is gedraaid, maakt u de scharnierpinnen los en
verwijdert u de kap in zijn geheel.
Zie "De kap verwijderen".
Verwijder de schroef uit de lege kaartbeugel en leg deze apart.
8
Verwijder de lege kaartbeugel. Als een PCI-kaart is geïnstalleerd,
verwijdert u deze door de kaart bij de hoeken vast te pakken en
voorzichtig uit de connector te halen.
Installeer een PCI-uitbreidingskaart.
9
Plaats de kaarthoekconnector van de kaart stevig in
a
de uitbreidingskaartconnector.
b
Beweeg de kaart voorzichtig heen en weer in de connector
tot deze stevig vastzit.
Plaats de schroef terug in de PCI-kaartbeugel om de PCI-kaart
10
vast te zetten.
Plaats de kap terug door eerst de scharnierpinnen op hun plaats te
11
zetten en vervolgens de voorkant van de kap op zijn plaats te laten
zakken. De kap zit op de goede plaats als u de knoppen aan de
zijkant hoort klikken.
Bevestig de kabels opnieuw, inclusief de stroomadapterkabel,
12
die u heeft losgemaakt in stap 5.
Sluit de computer aan op het dockingstation.
13
Zet het monitorvoetstuk terug op het dockingstation en
14
zet de monitor op het monitorvoetstuk.
Zet de computer aan.
15
Installeer de stuurprogramma's voor de PCI-kaart.
16
Als met het dockingstation een 16/4 Token-Ring PCI-adapter
netwerkkaart is meegeleverd, heeft Dell een CD meegeleverd
met stuurprogramma's en installatie-instructies.