voedingskabels, waardoor ondersteuningsarbeiders of anderen die contact
maken met de kabels geelektrocuteerd kunnen worden, en wanneer de
stroomvoorziening weer is hersteld, kan de generator exploderen,
verbranden of brand veroorzaken in de elektriciteitsvoorziening in het
gebouw.
VOORZICHTIG:
Beperk het draaien op vol vermogen tot ongeveer 30 minuten. Voor continu
■
bedrijf dient men de maximale belasting niet te overschrijden. Houd altijd
rekening met het totale wattage van de aangesloten apparaten.
Overschrijd niet de stroomlimiet van de contactdoos.
■
Sluit de generator niet aan op een huishoud stroomvoorziening. Dit kan
■
schade veroorzaken aan de generator of de elektrische apparaten.
De generator mag niet worden veranderd of voor andere doeleinden worden
■
gebruikt dan waarvoor hij is bedoeld. Tijdens gebruik de volgende punten in
acht nemen:
- Sluit de generatoren niet parallel aan.
- Monteer geen verlengstuk op de uitlaat.
Gebruik uitsluitend stevige rubberen flexibele verlengkabels.
■
Maximale lengte van verlengkabels: 60 m voor kabels van 1,5 mm² and
■
100 m voor kabels van 2,5 mm².
Houd de generator uit de buurt van andere commerciële elektrische kabels
■
en draden, zoals commerciële stroomvoorzieningen.
AC toepassingen
1. Start de motor en overtuig u ervan dat het indicatielampje (groen) van het
uitgangsvermogen brandt.
2. Controleer of het te gebruiken apparaat is uitgeschakeld en sluit het apparaat
aan.
•
OUTPUT INDICATOR LIGHT
•
OVERLOAD INDICATOR LIGHT
•
AC RECEPTABLE
10