Metabo KLL 2-20 Mode D'emploi page 20

nl
Horizontale controle
F1
1. Horizontale controle - lijnniveau
Voor de horizontale controle zijn 2 parallelle wandvlakken op een afstand
van ten minste 5 m nodig.
1. Monteer de KLL 2-20 op afstand S van 50 mm tot 75 mm van een wand A op
F2
een horizontale ondergrond of op het statief met de voorzijde richting de wand.
2. Apparaat inschakelen (1b) .
3. Het zichtbare laserstraalkruis op de wand A markeren (punt 1).
4. Het gehele laserapparaat ca. 180° draaien zonder de hoogte van het
F3
apparaat te wijzigen.
F4
5. Het zichtbare laserstraalkruis op de wand B markeren (punt 2).
6. Laserapparaat nu direct voor wand B plaatsen.
7. Het apparaat zo in hoogte instellen dat de laserpunthoogte met punt 2
overeenkomt.
8. Zonder de hoogte van de laser te veranderen, draait u hem180°, zodat de
F5
laserstraal naar het merkteken op de eerste wand (stap 3 / punt 1 ) wijst.
Meet de verticale afstand tussen punt 1
en punt 3. Daarbij mag het verschil niet
meer bedragen dan:
2. Horizontale controle - helling van de laserlijn
G1
De hellingshoek van de laser en de lijnrechte projectie controleren
1. Markeer op de vloer 3 punten die telkens 5 m van elkaar zijn verwijderd
G2
en precies op één lijn liggen.
2. Plaats de laser op afstand S = 5 m van de lijn precies voor de middelste
markering = positie X
3. Apparaat inschakelen.
4. Meet aan de hand van de markeringen de hoogte van de laserlijn.
G3
Metingen X1 - X3
5. Apparaat verplaatsen.
G4
6. Plaats de laser op afstand S = 5 m van de lijn precies voor de middelste
G5 markering = positie Y
7. Meet aan de hand van de markeringen de hoogte van de laserlijn.
Metingen Y1 - Y3
Δ1 = X1 - Y1
Voor de verschillen geldt:
Δ ges 1 = Δ 1 - Δ 2 < ± 2mm
Δ ges 2 = Δ 3 - Δ 2 < ± 2mm
bij het berekenen rekening
houden met de voortekens!
20
Δ2 = X2 - Y2 Δ3 = X3 - Y3
S Maximaal
toegestane waarde
5 m 3,0 mm
10 m 6,0 mm
15 m 9,0 mm
20 m 12,0 mm