3 Montage
1) Bevestig de meegeleverde montageconsole op een geschikte plaats aan het plafond of de muur
met de meegeleverde pluggen en schroeven.
2) Sluit de stroomtoevoer in huis af. Zo voorkomt u gevaar voor een elektrische
schok.
3) Sluit de draden van het huiscircuit aan op de overeenkomstige draden die uit de ventilator komen.
4) Bevestig het ventilatorlichaam met de schroeven aan de verankerde console. Controleer of de
draden niet
klem zitten.
5) Controleer of alle schroeven goed aangedraaid zijn.
6) Herstel de stroomtoevoer.
7) De ventilator is klaar voor gebruik.
4 Afstandsbediening
De afstandsbediening hoeft niet te worden gekoppeld en kan meteen na montage van de ventilator
worden gebruikt. Aangezien hij infrarood is, kunt u met één afstandsbediening meerdere ventilatoren van
hetzelfde model tegelijk bedienen als deze binnen het bereik liggen.
Vanwege de aard van het infraroodsignaal moet de ventilator zich idealiter binnen 4 m van de
afstandsbediening bevinden, op grotere afstanden kan het signaal worden verzwakt en uiteindelijk
verloren gaan. Zorg er verder voor dat zich tussen de afstandsbediening en de ventilator geen obstakels
bevinden en dat hij met de bovenkant (met de IR-diode) naar de ventilator wordt gericht. Alleen zo zorgt
u voor een probleemloze bediening en maximaal gebruikersnut van de ventilator.
NL
98