5.3 Vervangingsprocedure voor verbruiksgoederen
5.3.1 De waterfles (A) draineren
Zoek het afvoergat aan de achterkant van de generator en steek afvoerleiding (1) erin. Zorg ervoor dat de leiding vast zit, om het lekvrij te
maken. Laat het water in een geschikte opvangbak lopen, druk vervolgens de vergrendeling (2) naar onder en verwijder de leiding.
Om vervuiling te vermijden en om de levensduur van de cel te verlengen, mag het oud water niet opnieuw worden gebruikt.
5.3.2 Het deïsoneermiddel en 100 micron-waterfilter (B) vervangen
Vervang het deïsoneermiddel om de 4000 uur (6 maanden), of wanneer het verontreinigd is.
Zet de generator op stand-by, verwijder de bovenste voorkap en haal de dop van de waterfles af.
Trek wegwerphandschoenen aan en verwijder de deïsoneermiddelpatroon (3) en gooi hem weg. Verwijder de 100 micron waterfilter (4) aan de
hand van het vervangingswerktuig voor H
uiteinde van het werktuig. Schroef nu de filter los en verwijder hem uit de waterfles.
Plaats de nieuwe filter en zorg dat die vastzit in de waterfles. Vul de waterfles opnieuw met gedeïoniseerd water, ASTM II, >1 M , <1 S,
gefiltered tot <100 m, zoals hieronder beschreven, en plaats het vervangende deïsoneermiddel.
Zet de dop terug op de waterfles, plaats het voorpaneel terug en start de generator opnieuw op.
5.3.3 De milieufilters vervangen (C)
Verwijder de drie milieufilters (6) uit de ventilatiegaten door het hulpstuk (7) in te drukken zodat het eruit komt. Plaats de nieuwe filters en
controleer of ze goed vastzitten.
Opmerking: De milieufilters moeten om de zes maanden worden vervangen, aangezien het niet visueel kan worden vastgesteld of de filters
opgebruikt zijn.
5.3.4 De droogmiddelpatroon vervangen (D)
Laat de druk uit de generator zoals beschreven in "De apparatuur stilzetten en de druk aflaten" op pagina 41.
Verwijder de bovenste voorkap. Verbreek de afdichting van de patroon met een open moersleutel van 19 mm (8) en schroef hem met de hand
los. Verwijder de oude patroon en plaats de nieuwe patroon. De nieuwe patroon moet met de hand worden aangedraaid en vervolgens nog 1/8
van een draai worden aangedraaid met een moersleutel van 19 mm.
Zet de bovenste voorkap en de uitlaatfitting terug. Start de generator en voer een zelftest uit, zoals beschreven in "Zelftest van de generator" op
pagina 40.
5.3.5 De waterfles vullen (E)
Als er ander water dan gedeïoniseerd water wordt gebruikt (gedeïoniseerd, ASTM II, >1 M , <1 S, gefiltered tot <100 m) in deze generator,
dan wordt de waterstofcel beschadigd, waardoor hij minder lang mee gaat.
Verwijder de bovenste voorkap en de dop van de waterfles(9). Vul de waterfles met vers, gedeïoniseerd water tot ongeveer 15mm onder de
bovenste lip van de nek van de fles.
Als de generator is ingeschakeld tijdens het vullen, dan geeft een audio- en visueel signaal aan wanneer de generator het juiste niveau heeft
bereikt, en wordt op het lcd-scherm het bericht "Water Full" weergegeven. Zet de dop weer op de fles en zet de bovenste voorkap weer terug.
Opmerking: Als het water is vervangen vanwege hoge geleidbaarheid dan moet het deïoniseermiddel ook worden vervangen.
filters (5). Duw het werktuig over de filter zodat de webben op de filter passen in de sleuven op het
2
43