7. Opstelling van de waterpomp
• Bevestig aan het handvat een voldoende sterk, waterbestendig zeil om de waterpomp vb. in de waterput
te laten zakken.
De waterpomp mag nooit via het netsnoer of de vlotterschakelaar worden vastgehouden of be-
vestigd! Daarbij kan het snoer beschadigd worden. Er bestaat levensgevaar door elektrische
schokken! De waterpomp mag ook niet aan de leiding worden bevestigd.
Maak het zeil aan een geschikte houder vast.
Plaats de waterpomp niet met de aanzuigopening in vuil, modder of bladresten, vb. in een regen-
ton, aangezien hierdoor de waterpomp verstopt. Wij raden u aan om een minimumafstand van 30
cm boven de grond aan te houden,
• Om de door u gebruikte leiding met de waterpomp te verbinden, kunt u het meegeleverde verbindings-
stuk en de leidingsaansluiting gebruiken.
• Aan de zijkant van het handvat bevindt zich een kabelhouder. Dit oog dient om het snoer aan de vlotter-
schakelaar vast te maken.
Naargelang de positie waarin het snoer van de vlotterschakelaar wordt vastgemaakt, volgt later het
overeenkomstige inschakel- of uitschakelwaterpeil.
Stel de voor uw toepassingsbereik juiste kabellengte in zodat de vlotterschakelaar die waterpomp zoals
gewenst in- of uitschakelt.
8. Ingebruikname
• Nadat u de waterpomp aan een zeil in de waterput hebt laten zakken en het zeil hebt bevestigd, steekt u
de stekker in een volgens de voorschriften geïnstalleerde contactdoos met randaarding. Voor buitens-
huis gebruik moet het om een IP44-contactdoos gaan.
De netstekker mag uitsluitend in de contactdoos worden gestopt, wanneer deze droog is. In het
andere geval bestaat levensgevaar door een elektrische schok!
• Wanneer de vlotterschakelaar juist is gepositioneerd, schakelt de waterpomp zich in en begint deze
water aan te zuigen en via de uitlaatopening te pompen.
Als er geen water wordt gepompt, bevindt zich nog lucht in de waterpomp en de leiding. Evt. kunt u het
aanzuigen versnellen als u water in de waterpomp of leiding inbrengt of de waterpomp een beetje heen
en weer beweegt.
• De waterpomp schakelt zichzelf automatisch uit, wanneer de vlotterschakelaar naar beneden zakt.
De waterpomp kan ook handmatig worden gebruikt door de vlotterschakelaar aan de kabelhou-
der van de waterpomp vast te maken of door deze op een hogere positie te plaatsen.
De waterpomp mag hier echter niet zonder toezicht worden gebruikt aangezien de waterpomp
zichzelf niet uitschakelt wanneer er te weinig water is en daardoor beschadigd raakt.
42