De ontvanger
•
De ontvanger is een tweede spoel binnenin de zoekschotel en is zo gebouwd dat het magnetische veld van
de spoel geen stroom voortbrengt. Het magnetische veld van een metalen object zal echter wel een
elektrische stroom in de spoel induceren.
Faseverschuiving
•
Het ontvangen signaal zal doorgaans een vertraging oplopen ten opzichte van het uitgezonden signaal. Dit
komt omdat bij geleiders een verandering van stroomflux optreedt, de zogeheten zelfinductie. Deze
vertraging wordt aangeduid met faseverschuiving. Metalen objecten met een primaire inductie, namelijk
grote objecten bestaande uit goede geleiders (goud, zilver, koper...), vertonen een grote faseverschuiving.
Metalen objecten met een primaire weerstand, namelijk kleine objecten bestaande uit slechte geleiders,
vertonen slechts kleinere faseverschuivingen. Raadpleeg de tabel hieronder voor een kort overzicht van de
verscheidene materialen en hun geleidende eigenschappen.
Materiaal
Elektrische geleiding (S/m)
zilver
koper
goud
aluminium
calcium
zink
•
De waarneming van een metalen voorwerp hangt af van zijn grootte, vorm en diepte.
Ferromagnetisme
•
Slechte geleiders die zich in een magnetisch veld bevinden, kunnen toch magnetische signalen uitzenden
die door de metaaldetector goed worden opgevangen. Deze signalen vertonen geen of slechts een kleine
faseverschuiving. Bodems met ijzermineralen bezitten deze ferromagnetische eigenschappen.
Discriminatie
•
Elke metaalsoort heeft een eigen faseverschuiving. Dankzij de verschillende faseverschuivingen kan men
een metaalsoort van een ander onderscheiden. Het onderscheiden van de metalen heet discriminatie.
Bodembalans
•
Zoals hierboven vermeld, zullen ijzerhoudende bodems een signaal uitzenden dat sterker is dan het signaal
uitgezonden door het metalen object in die bodem. Dit fenomeen vindt ook plaats in een bodem met veel
zout water.
•
Deze bodems hebben echter een zeer constante faseverschuiving wanneer u de zoekschotel stilhoudt.
•
Door de bodembalans zorgvuldig bij te regelen, kunt u een de plaats en de diepte van het object
nauwkeurig bepalen. U moet de bodembalans bijregelen in ALL METAL-stand.
7.
Voorbereiding
•
Assembleer uw detector. Monteer de zoekschotel [M] op de onderste steel [K]. Duw de bout door de gaten
en draai vast met de moer [L]. Draai de zoekschotel niet te hard vast.
•
Schuif de verlengsteel [G] in het handvat [B] en draai de steel [G] tot hij in het handvat klikt.
•
Plaats de knoppen [I] op de onderste steel [K] tegenover de gaten in de holes in de verlengsteel [G].
schuif de onderste steel [K] in de verlengsteel [G].
•
Bepaal nu de ideale lengte van de metaaldetector. Sta mooi recht en houd de detector aan het handvat [B]
vast zodat uw arm in de armsteun [A] ligt. Houd uw arm losjes naast uw lichaam zodat de zoekschotel [M]
ongeveer 5 cm boven de grond hangt. Regel de lengte door op de knop [I] te drukken en de onderste steel
[K] aan te passen.
•
Draai de vergrendeling [J] vast en bevestig de onderste steel.
•
Maak de zoekschotel [M] lichtjes los, regel bij zodat hij evenwijdig met de grond staat en bevestig met de
moer.
•
Wikkel de kabel [H] lichtjes rond de steel. Steek de stekker voorzichtig in de 5-pins ingang [F].
•
Plaats de batterijen (zie §14).
V. 03 – 09/08/2021
6
63,01 × 10
6
59,6 × 10
6
45,2 × 10
6
37,8 × 10
6
29,8 × 10
6
16,6 × 10
CS102
Materiaal
Elektrische geleiding (S/m)
nikkel
ijzer
platina
tin
zout water
zoet water
13
6
14,3 × 10
6
9,93 × 10
6
9,66 × 10
6
9,17 × 10
4,788
0,0005 ~ 0,05
©Velleman nv