Probleem en alarmcode
Het niveau van het water in
het apparaat is te hoog.
Op het display verschijnt
iF1.
Fout in netwerkeenheid.
Het display toont iC4 of iC5..
Het apparaat stopt en begint
meerdere keren tijdens de
werking.
Het programma duurt te
lang.
De weergegeven program‐
maduur is anders dan de
duur in de tabel verbruiks‐
waarden.
De resterende duur in het
display wordt verlengd en
schakelt bijna naar het eind
van de programmaduur.
Kleine lekkage van de deur
van het apparaat.
De deur van het apparaat is
moeilijk te sluiten.
De deur van het apparaat
gaat open tijdens de wascy‐
clus.
Ratelende of kloppende ge‐
luiden vanuit het apparaat.
Het apparaat maakt kortslui‐
ting.
Mogelijke oorzaak en oplossing
•
Schakel het apparaat uit en aan.
•
Controleer of de filters schoon zijn.
•
Controleer of de afvoerslang op de juiste hoogte boven
de vloer is geïnstalleerd. Raadpleeg de installatie-in‐
structies.
•
Neem contact op met een erkend servicecentrum.
•
Dat is normaal. Het zorgt voor optimale reinigingsresul‐
taten en energiebesparing.
•
Als de optie uitgestelde start is ingesteld, annuleert u de
uitgestelde instelling of wacht u tot het aftellen voorbij is.
•
Het activeren van opties verlengt de duur van het pro‐
gramma.
•
Raadpleeg de tabel verbruikswaarden in het hoofdstuk
Programmakeuze.
•
Dit is geen defect. Het apparaat werkt correct.
•
Het apparaat staat niet waterpas. Draai aan de verstel‐
bare pootjes (indien van toepassing).
•
De deur van het apparaat is niet centraal uitgelijnd op
de kuip. Verstel de achterpoot (indien van toepassing).
•
Het apparaat staat niet waterpas. Draai aan de verstel‐
bare pootjes (indien van toepassing).
•
Delen van het serviesgoed steken uit de korven.
•
De functie AirDry is geactiveerd. U kunt de functie uit‐
schakelen. Zie "Basisinstellingen".
•
Het serviesgoed is niet juist in de korven gerangschikt.
Raadpleeg de folder voor het beladen van de korven.
•
Controleer of de sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien.
•
De stroomsterkte is niet voldoende om alle apparaten
tegelijkertijd te voeden. Controleer de stroomsterkte van
het stopcontact en de capaciteit van de meter of schakel
een van de apparaten die in gebruik zijn uit.
•
Interne elektrische storing van het apparaat. Neem con‐
tact op met de servicedienst.
NEDERLANDS
29