hulpmiddel dat met het patroon wordt meegeleverd. Fig. 4
Voer de maand van plaatsing van de patroon in (cijfertje 1 in de illustratie, linkse cijfer in de opening) door aan de grijze
ring op het bovenste uiteinde van de filter te draaien. Op de plaats van het cijfertje 2 in de illustratie ziet u de maand
waarin de patroon moet worden vervangen. Fig. 5.
Plaats een bakje van 0,6 L onder de stoomuitgang. Fig. 6.
Het opstarten van het apparaat gaat door, ongeacht of er een filter wordt geïnstalleerd. Dit wil zeggen dat de
watercircuits met water moeten worden gevuld. Volg daarvoor steeds de instructies op het scherm. Het apparaat begint
met het vullen van de watercircuits, de circuits op te warmen en vervolgens voert het een automatische spoeling door.
Op het scherm ziet u wanneer de installatie is voltooid.
De hardheid van het water
Stel uw apparaat in op basis van de hardheid van het water, volgens een classificatie tussen 0 en 4. Volg hiervoor de
onderstaande instructies:
Bepaal de hardheid van het water voor u het apparaat gaat gebruiken. Zo kunt u het daarop afstemmen. Doe dit ook
wanneer u uw machine op een andere plaats met een andere waterhardheid gaat gebruiken, of als u een verandering
in de hardheid van het water opmerkt. Om de waterhardheid te bepalen, gebruikt u het meegeleverde staafje of neemt
u contact op met uw waterleverancier.
In onderstaande tabel vindt u de cijfers bij die classificatie:
Hardheidsgraad
Zeer zacht
° dH
° e
° f
Afstelling van het
apparaat
Vul een glas met water en zet het staafje erin. Fig. 2.
Lees na 1 minuut de hardheidsgraad van het water af. Fig. 3.
Duid het aantal rode zones aan bij de regeling op het apparaat.
Voorbereiding van het apparaat
Neem het waterreservoir uit het apparaat en vul het. Fig. 7.
Zet het reservoir terug op zijn plaats. Fig. 8.
Open het koffiebonenreservoir en vul het met koffiebonen (max. 250 g). Fig. 9.
Plaats het deksel weer op het koffiebonenreservoir. Fig. 10.
Afhankelijk van de drank die u kiest, zal uw Espresso Automatic EA89 de hoeveelheid gemalen koffie automatisch
instellen.
Voorbereiding van de molen
U kunt de sterkte van uw koffie aanpassen door de maalfijnheid van de koffiebonen in te stellen. Algemeen geldt: hoe
fijner de bonen worden gemalen, hoe sterker en romiger de koffie zal zijn. Dat kan ook variëren naargelang de soort
koffie die wordt gebruikt. Wij raden een fijne instelling aan voor espresso en ruwer voor koffie.
Pas de maalgraad aan met de draaiknop "Maalgraad regelen" in het koffiebonenreservoir. Deze regeling moet worden
uitgevoerd tijdens de maling en stapje per stapje. Na 3 bereidingen zult u duidelijk een andere smaak waarnemen.
De fijnheidinstelling van de maling is heel nuttig wanneer u van soort koffie wilt veranderen of wanneer u sterkere of
minder sterke koffie wilt. Daarom hoeft deze instelling niet vaak te worden uitgevoerd.
Instelling van de koffie-uitloop
Voor alle vermelde dranken kunt u de koffie-uitloop laten zakken en weer omhoog brengen naargelang het formaat
van uw kopjes of glazen. Fig.11
Klasse 0
Klasse 1
Zacht
< 3°
> 4°
< 3,75°
> 5°
< 5,4°
> 7,2°
0
1
VOORDAT U DRANKEN BEREIDT
BELANGRIJKE INFORMATIE
Klasse 2
Gemiddelde hardheid
> 7°
> 8,75°
> 12,6°
2
Klasse 3
Klasse 4
Hard
Zeer hard
> 14°
> 21°
> 17,5°
> 26,25°
> 25,2°
> 37,8°
3
4
55