- De toevoerleidingen moeten voor de aansluiting grondig gereinigd worden. De aansluiting op de
warmwateruitgang moet gebeuren met een diëlektrische koppeling om corrosie van de leiding te
voorkomen (direct contact ijzer/koper). Een messing koppeling is verboden.
3.1 MONTAGE TOESTELLEN ONDER DRUK: Zie fig. ❻&❼, p.3. U moet op de ingang van de boiler
een nieuwe veiligheidsgroep installeren volgens de geldende normen
3.2 MONTAGE DRUKLOZE TOESTELLEN: Zie fig.❽&❾, p.3. Met slechts één aftappunt. Een speciale
mengkraan (niet meegeleverd) moet geïnstalleerd worden.
Bij opwarming van het water, zal er steeds wat water uit de kraan druppelen. Belemmer dit niet.
4.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
- De elektrische aansluiting van de boiler moet minstens aan de reglementeringen van het AREI ( België)
- Raadpleeg de betreffende elektrische schema's, p.2 & 3 (Zie fig. ❿, ⓫&⓬).
- De boiler mag enkel aangesloten en gebruikt worden op wisselstroom 230V 50Hz.
- De boiler is voorzien van een gemonteerde elektrische aansluitdraad met conforme Europese stekker.
- De installatie moet ook voorzien zijn van een omnipolaire stroomonderbreker (contactopeningen
minimaal 3 mm: zekering, hoofdschakelaar). Als de hydraulische leidingen uit een isolerend materiaal
gemaakt zijn, moet het elektrisch circuit beveiligd worden door een differentieelschakelaar van 30mA,
aangepast aan de geldende normen.
- Thermische beveiliging: al onze producten zijn voorzien van een thermostaat met thermische
beveiliging met manuele reset die bij oververhitting de elektriciteitstoevoer naar de boiler afsluit. In geval
van uitschakeling van de veiligheid A: Zet eerst de spanning af vooraleer u verdere handelingen uitvoert.
B: Verwijder het deksel. C: Controleer de elektrische aansluiting. D: Reset de thermische beveiliging.
Bij herhaald uitschakelen vervangt u de thermostaat. Let erop dat u de veiligheid of de thermostaat nooit
kortsluit. De elektrische voeding van het toestel mag enkel via de klemmenstrook of de
thermostaatingang gebeuren.
16
16