!
LET OP
Door nalatigheid in het controleren en instellen van het veiligheidsomkeringssysteem kan ernstig of levensbe-
dreigend letsel worden veroorzaakt door een sluitende deur. Een geschikte test moet eenmaal per maand worden
herhaald. Indien noodzakelijk moeten de sensoren opnieuw worden afgesteld.
INSTALLATIE - GARAGEDEUR
De besturing CB3 maakt aansluiting van twee fotocellen (openen & sluiten) mogelijk. In dat geval kan aan binnen- en
buitenzijde van de garagedeur een stel fotocellen worden geïnstalleerd (afb. 3). De sensoren moeten echter dusdanig
worden bevestigd en aangesloten dat zender- en ontvangerlens tegenover elkaar liggen, zoals in (afb. 3) wordt getoond. De
sensoren moeten stevig op een vast oppervlak, zoals bijv. de pijlers of de wand aan beide zijden van de deur bevestigd zijn.
De onzichtbare lichtstraal mag niet worden onderbroken. Geen enkel onderdeel van de garagedeur (bijv. deurrails, veren,
scharnieren, rollen, andere kleine onderdelen) mogen de straal tijdens het sluitproces onderbreken. Is dit niet mogelijk, dan
kan een staande kolom (toebehoren) worden besteld. Ter bescherming van kleine kinderen moeten de veiligheidsfoto-
cellen niet hoger dan 150 mm - 200 mm boven de garagevloer worden gemonteerd.
INSTALLATIE- DRAAIHEKKEN - SCHUIFHEKKEN
De besturingen maken de aansluiting van meerdere fotocelparen mogelijk. De sensoren moeten stevig op een vast
oppervlak geïnstalleerd zijn en recht tegenover elkaar staan. Belangrijk is daarbij dat er rekening wordt gehouden met
hellingen of schuine inritten. Kabellengten van meer dan 10 m moeten worden vermeden. Een laagstaande zon of te dunne
kabels kunnen het bereik sterk verminderen. Worden twee paar fotocellen vlak naast elkaar gemonteerd (schuifhek), dan
mogen de ontvangers/zenders zich niet aan dezelfde kant van de inrit bevinden, omdat anders een zenderlens van invloed
is op beide ontvangerlenzen. Ter bescherming van kleine kinderen moeten de veiligheidsfotocellen niet hoger dan
200 mm - 250 mm boven de inrit worden geïnstalleerd.
MONTAGE
Voor de montage van de veiligheidsfotocel moet de stroomvoorziening uitgeschakeld worden.
1. Behuizing, zoals in afbeelding 1 getoond, openen.
2. Sensor instellen, zodat de lenzen parallel aan het hek naar elkaar gericht zijn.
3. Sensoren met schroeven / pluggen bevestigen.
4. Binnen geïsoleerde nieten gebruiken voor de bevestiging van de kabel aan wand en plafond. Buiten alleen goedgekeur-
de kabels gebruiken en zo nodig deze door een lege buis aanleggen. Hoogspanning en laagspanning mogen niet door
een kabel worden gevoerd, omdat dit resulteert in storingen van de sensoren. Let op voldoende waterdichtheid van de
sensoren. Absoluut de rubber afdichting voor het doorvoeren van de kabel gebruiken.
5. De kabels (min. 2 x 0,25 mm²), zoals getoond (afb. a-g), afhankelijk van de besturing op de klemmen aansluiten.
a. Garagedeuraandrijving: kies uw model aan de hand van de afbeeldingen (a-b). De kabel uit de klem plus van de
sensor moet op klem 3 (zwart) worden aangesloten. De andere aan de klem 2 (wit).
b. Draai- en schuifhekaandrijvingen: kies uw model aan de hand van de afbeeldingen (c-f) en sluit de kabels aan zoals
getoond. Plus/Plus-Min/Min.
6. Voeding naar de aandrijving tot stand brengen.
a. Beide lampjes, zowel in het zendende als in het ontvangende oog lichten op, wanneer de klemaansluiting en de
uitlijning correct zijn uitgevoerd.
b. Wanneer de lampjes knipperen (als de onzichtbare lichtstraal geblokkeerd is) is een uitlijning van de sensoren
noodzakelijk. De behuizing van het ontvangende oog losmaken, zodat een geringe beweging mogelijk is. Sensor
verticaal en/of horizontaal afstellen, tot het rode lampje oplicht en niet meer knippert. Eventueel aanpassen met behulp
van onderlegringen.
7. CONTROLE VAN DE VEILIGHEIDSFOTOCEL
• Druk op de afstandsbedieningstoets / schakelaar voor het openen van de deur.
• Een obstakel dat groot genoeg is onder de deur (afb.2 als voorbeeld) leggen, zodat de sensorstraal in de baan van de
deur wordt onderbroken.
• Druk op de afstandsbedieningstoets/schakelaar voor het sluiten van de deur. De garagedeuraandrijving/deur sluit niet
als deze met de afstandsbediening wordt geactiveerd wanneer het lampje in een sensor knippert (wat betekent dat de
sensor niet uitgelijnd is of de lichtstraal door een obstakel wordt geblokkeerd).
U dient contact op te nemen met een vakman wanneer de opener het hek sluit, terwijl het door een obstakel
wordt geblokkeerd.
Onze elektrische en elektronische apparaten mogen niet met het huishoudelijk afval worden weggegooid en
moeten na gebruik op de juiste manier worden afgevoerd in overeenstemming met de WEEE-richtlijn 2012/19 / EU,
betreffende afgedankte elektrische apparatuur uit zorg voor hergebruik van materialen. De gescheiden inzameling
van oude elektrische apparaten leidt tot een milieuvriendelijke afvoer en is voor de consument geheel gratis.
WEEE-reg. Nr. in Duitsland: DE66256568.
Verpakkingen die als afval bij particuliere eindgebruikers terecht komen, moeten conform de richtlijn gescheiden van het
gemengd afval worden ingezameld. Verpakkingen mogen niet verwijderd worden via het restafval en de GFT-bak of in de
natuur terecht komen. Afhankelijk van het materiaal moet het verpakkingsmateriaal gescheiden en in daarvoor bestemde
recyclingbakken of, in sommige gemeenten, in afvalbakken worden afgevoerd.
Er moet worden gecontroleerd of het signaal van de fotocel de aanwezigheid van personen of objecten (auto)
!
herkent. Zonder verdere extra beveiliging garanderen de sensoren niet de complete veiligheid.
TECHNISCHE GEGEVENS
Beschermingsklasse:
Temperatuurbereik:
Stroomverbruik:
Bereik:
IP44
- 40°C + 60°C
Hierbij verklaar ik, Chamberlain GmbH, dat het type radioapparatuur
771REV conform is met Richtlijn 2014/53/EU. De volledige tekst van de
max. 20mA
EU-conformiteitsverklaring kan worden geraadpleegd op het volgende
10m
internetadres: https://doc.chamberlain.de/
nl