U kunt op elk moment handmatig instellingen voor internet en berichten op uw
•
apparaat toevoegen, wijzigen of wissen. Neem voor meer informatie contact op met
uw netwerkoperator.
Soms moet u een tijdje wachten voordat een mobiele gegevensverbinding actief wordt, met
name als de signaalsterkte zwak en instabiel is. Om de signaalsterkte van uw mobiele netwerk
te verbeteren, moet u naar een open locatie zonder hindernissen of in de buurt van een raam
gaan.
Instellingen voor internet en berichten downloaden
Tik in het Startscherm op
1
Ga naar en tik op Instellingen > Meer... > Internetinstellingen.
2
Tik op Accepteren.
3
gedownload.
Als de instellingen niet naar uw apparaat kunnen worden gedownload, controleer dan de
signaalsterkte van uw mobiele netwerk. Ga naar een open locatie zonder hindernissen of ga
bij een raam staan en probeer het nogmaals.
Handmatig internetinstellingen toevoegen
Tik in het Startscherm op
1
Ga naar en tik op Instellingen > Meer... > Mobiele netwerken.
2
Tik op Namen toegangspunten >
3
Tik op Naam en vul de naam in voor het netwerkprofiel dat u wilt maken.
4
Tik op APN en vul de naam van het toegangspunt in.
5
Vul alle overige informatie in die vereist is door uw netwerkaanbieder.
6
Als u klaar bent, tikt u op , en vervolgens op Opslaan.
7
De huidige APN (Access Point Name, toegangspuntnaam) weergeven
Tik in het Startscherm op
1
Ga naar en tik op Instellingen > Meer... > Mobiele netwerken.
2
Tik op Namen toegangspunten.
3
Als er meerdere verbindingen beschikbaar zijn, wordt de actieve netwerkverbinding
aangegeven met een geselecteerde knop
Alle instellingen voor internet en berichten verwijderen
Tik in het Startscherm op
1
Ga naar en tik op Instellingen > Meer... > Mobiele netwerken.
2
Tik op Namen toegangspunten en vervolgens op .
3
Tik op Standaardinstellingen. Alle internet- en berichtinstellingen worden
4
verwijderd.
Wi-Fi®
Gebruik Wi-Fi®-verbindingen om op internet te surfen, applicaties te downloaden of e-
mails te verzenden en te ontvangen. Wanneer u verbinding hebt gemaakt met een Wi-
Fi®-netwerk, onthoudt uw apparaat het netwerk en maakt hier de volgende keer als u
in de buurt bent automatisch verbinding mee.
Bij sommige Wi-Fi®-netwerken moet u inloggen bij een webpagina, voordat u toegang
krijgt. Neem voor meer informatie contact op met de betreffende Wi-Fi®-
netwerkbeheerder.
Beschikbare Wi-Fi®-netwerken kunnen open of beveiligd zijn:
Open netwerken worden aangeduid met
•
Beveiligde netwerken worden aangeduid met
•
netwerk.
Sommige Wi-Fi®-netwerken worden niet weergegeven in de lijst met beschikbare netwerken
omdat zij hun netwerknaam (SSID) niet uitzenden. Als u de naam van het netwerk kent, kunt u
het handmatig toevoegen aan uw lijst met beschikbare Wi-Fi®-netwerken.
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
.
verschijnt in de statusbalk nadat de instellingen zijn
.
.
.
.
.
naast de naam van het Wi-Fi®-netwerk.
27
naast de naam van het Wi-Fi®-