iAT
Bediening
Opmerking ! Schakel het toestel alleen uit met de aan-uittoets van de eenheid of via de
afstandsbediening. Koppel de eenheid niet los van het stroomnet, anders blijft het sluitstuk
niet dicht.
Opgelet ! Plaats geen voorwerpen op het toestel en ga er niet op zitten.
Zorg ervoor dat de lucht aan beide kanten van de eenheid kan stromen. Hang geen textiel,
papier of iets dergelijks boven de luchtopeningen, en plaats geen voorwerp vlak voor of
dichtbij het toestel. Steek niets in de openingen.
Waarschuwing ! Verwijder geen beschermkappen of onderdelen uit de eenheid, behalve
zoals beschreven in het hoofdstuk 'Onderhoud'. De beschermkap van de voedingsklemmen
binnenin de eenheid mag niet worden verwijderd.
Open de sluiters wanneer het apparaat moet worden ingeschakeld!
Figuur 4
Sluiters op het apparaat
U kunt de eenheid met
Het toestel is standaard ingesteld op de ventilatiefunctie P1 en een matige luchttoevoer (niveau 5). Op
een later te starten, de P1-modus begint met het laatste level van de luchtstroom geselecteerd.
Bedieningselementen van het toestel
Figuur 5 Display en bedieningselementen van de eenheid
U kunt het toestel in- en uitschakelen door één keer op
Hierbij is de schakelvolgorde: toestel uitgeschakeld, ventilatortrap 2, ventilatortrap 4, ventilatortrap 10,
toestel uitgeschakeld.
De ingestelde ventilatortrappen worden door het desbetreffende aantal balkjes in de display
weergegeven.
in- en uitschakelen.
Iinfraroodsensor
Aan-uittoets
naast de display te drukken.
7