nl
Inhoudsopgave
1 Veiligheid.................................. 120
1.1 Algemene aanwijzingen ......... 120
1.2 Bestemming van het appa-
raat ......................................... 120
1.3 Inperking van de gebruikers .. 120
1.4 Veiliger transport .................... 120
1.5 Veilige installatie..................... 121
1.6 Veilig gebruik.......................... 122
1.7 Beschadigd apparaat............. 124
2 Het voorkomen van materiële
schade ...................................... 126
3 Milieubescherming en bespa-
ring............................................ 126
3.1 Afvoeren van de verpakking .. 126
3.2 Energie besparen ................... 126
4 Opstellen en aansluiten ........... 127
4.1 Leveringsomvang ................... 127
4.2 Criteria voor de opstellocatie . 127
4.3 Apparaat monteren ................ 128
4.4 Het apparaat voor het eerste
gebruik voorbereiden ............. 128
4.5 Apparaat elektrisch aanslui-
ten........................................... 128
5 Uw apparaat leren kennen....... 128
5.1 Apparaat................................. 128
5.2 Bedieningspaneel................... 129
6 Uitrusting.................................. 129
6.1 Legplateau.............................. 129
6.2 Snacklade............................... 129
6.3 Bewaarlade............................. 129
6.4 Fruit- en groentelade met
vochtigheidsregelaar .............. 129
6.5 Containerverdeler ................... 130
6.6 Lade voor diepvriesproduc-
ten........................................... 130
6.7 Ingehangen diepvrieslade ...... 130
6.8 Boter- en kaasvak .................. 130
6.9 Deurrekken ............................. 130
6.10 Accessoires .......................... 130
118
7 De Bediening in essentie......... 131
7.1 Apparaat inschakelen ............ 131
7.2 Opmerkingen bij het gebruik . 131
7.3 Machine uitschakelen............. 131
7.4 Temperatuur instellen............. 131
8 Extra functies ........................... 132
8.1 Superkoelen .......................... 132
8.2 Supervriezen........................... 132
8.3 Vakantiemodus....................... 132
8.4 Energiebesparingsmodus ...... 133
8.5 Versmodus ............................. 133
9 Alarm......................................... 133
9.1 Deuralarm............................... 133
9.2 Temperatuuralarm .................. 133
10 Koelvak ................................... 134
10.1 Tips voor het bewaren van
levensmiddelen in het koel-
vak ........................................ 134
10.2 Koudezones in het koelvak .. 134
11 Vriesvak .................................. 134
11.1 Invriescapaciteit.................... 135
11.2 Vriesvakvolume volledig
gebruiken ............................. 135
11.3 Tips voor het bewaren van
levensmiddelen in het vries-
vak ........................................ 135
11.4 Tips voor het bevriezen van
verse levensmiddelen .......... 135
11.5 Houdbaarheid van de diep-
vrieswaren bij −18 °C .......... 136
11.6 Ontdooimethodes voor
diepvrieswaren ..................... 136
12 Ontdooien ............................... 136
12.1 Ontdooien in het koelvak. .... 136
12.2 Ontdooien in het vriesvak .... 136
13 Reiniging en onderhoud ........ 136
13.1 Apparaat voorbereiden
voor reiniging ....................... 136