van de geleidebalk in een opwaartse richting wordt
geduwd. Dit zal speling van de ketting te verwijderen.
4. Draai de knop van de kettingspanning vast door deze
naar links te draaien.
5. Controleer de spanning die door de automatische
kettingspanknop is ingesteld. De juiste
kettingspanning is bereikt, als de ketting kan worden
verhoogd over ca. een halve schakellengte vanaf de
geleidingsstang in het midden. Daartoe moet moet
de ketting met één hand tegen het gewicht van de
machine in opgetild worden. (Zie afb. E2)
OPMERKING: De ketting is goed aangespannen als hij van
de geleidingsstang kan worden opgetild en als de schakel
zich in het spoor van de geleidingsstang bevindt.
OPMERKING: De ketting zal uitrekken door gebruik en
onvoldoende zijn aangespannen. Als de ketting komt los te
zitten, maak de knop om de ketting aan te spannen los of
draai de knop drie keer naar links, span vervolgens de knop
opnieuw aan om de kettingspanning te herstellen door
stap 1 - 4 hierboven te herhalen.
KETTINGSMERING (Zie afb. F)
BELANGRIJK: De kettingzaag wordt niet met
zaagkettinghechtolie gevuld geleverd. Het is
belangrijk om de kettingzaag voor gebruik
met olie te vullen. Het gebruik van de kettingzaag
zonder zaagkettinghechtolie of bij een oliepeil onder
de minimummarkering leidt tot beschadiging van de
kettingzaag.
OPMERKING: De levensduur en de snijcapaciteit
van de ketting hangt af van de optimale smering.
Daarom wordt tijdens het gebruik de zaagketting
96
automatisch met zaagkettinghechtolie gesmeerd.
OLIETANK VULLEN:
WAARSCHUWING: Het accupack verwijderen
vóórdat de brandstoftank gevuld wordt.
1. Plaats de kettingzaag met de olietankdop naar boven
op een geschikte ondergrond.
2. Maak met een doek de omgeving van de olietankdop
schoon, schroef de dop los en verwijder deze.
3. Giet er kettingzaagolie in tot het reservoir vol is.
4. Let erop dat er geen vuil in de olietank terechtkomt,
plaats opnieuw de oliedop en span deze rechtsom aan.
BELANGRIJK: Om uitwisseling van lucht
tussen olietank en omgeving mogelijk te
maken, zijn er kleine openingen in de
olietankdop. Zet de zaag, wanneer u deze niet
gebruikt, altijd horizontaal neer, om uitlopen van olie
te voorkomen.
Het is belangrijk gebruik staven en
kettingsmeermiddel (niet verstrekt) die het is
geformuleerd om te functioneren in een breed
temperatuurbereik zonder verdunning.ag
hebt gekocht of in uw plaatselijke winkel voor
bouwmaterialen Gebruik geen vuile oliën die worden
gebruikt of anderszins verontreinigd olie. Er kan
schade ontstaan aan een staven of ketting. Bij
gebruik van niet-toegelaten olie vervalt de garantie.
Niet inslikken. Indien ingeslikt, onmiddellijk een arts
raadplegen. Uit het bereik van kinderen bewaren. Uit
de buurt van hitte of een open vlam bewaren.
Draadloze kettingzaag
DE AUTOMATISCHE OLIESPUIT CONTROLEREN
De goede werking van de automatische oliespuit
kan worden gecontroleerd door de kettingzaag in te
schakelen en de punt van de kettinggeleider naar een
stuk karton of papier op de grond te richten. Als een
toenemend oliepatroon ontwikkelt op het karton, werkt
de automatische oliespuit goed. Als er geen oliepatroon
is, ondanks een vol oliereservoir, moet u contact opnemen
met de klantendienst van WorxNITRO of met een door
WorxNITRO erkende onderhoudsagent.
VOORZICHTIG: raak de grond niet met de
ketting. Zorg voor een veiligheidsafstand van
40 cm.
BEDIENING
1. VOORDAT U HET DRAADLOOS GEREEDSCHAP
GEBRUIKT
WAARSCHUWING! De oplader en het accupack
zijn ontworpen om samen gebruikt te worden,
probeer dus geen andere apparaten te gebruiken.
Zorg ervoor dat er nooit metalen objecten in de oplader of
de contactpunten van het accupack komen, dit kan zorgen
voor een elektrische schok en is gevaarlijk.
OPMERKING: Het accupack is NIET opgeladen. Deze moet
u dus voor gebruik opladen.
De bijgeleverde batterijlader past bij de Lithium-ionbatterij
die in het apparaat is geplaatst. Gebruik geen andere
batterijlader.
2. CONTROLEREN VAN DE LAADTOESTAND VAN HET
ACCUPACK (ZIE AFB. G)
Het accuniveau komt u te weten via het accu-
indicatielampje door op de knop naast de lampjes te
drukken.
OPMERKING: Fig. G is alleen geschikt voor het accupack
met indicatielampje voor de accu..
3. DE BATTERIJEN OPLADEN (ZIE AFB. H)
De Lithium-ionbatterij is beschermd tegen volledig
ontladen. Als de batterij leeg is, wordt het toestel
uitgeschakeld door een beschermingscircuit.
In een warme omgeving, of na zwaar gebruik, kan het
batterijpak te heet worden om te kunnen opladen. Laat de
batterij enige tijd afkoelen voor het heropladen.
OPMERKING: Laad de twee accu's altijd op hetzelfde
moment op. U vindt meer gedetailleerde informatie in de
handleiding voor het laadapparaat.
4. HET ACCUPACK VERWIJDEREN OF PLAATSEN (ZIE
AFB. I)
Druk de ontgrendelknop van het accupack in om de twee
accupacks uit uw gereedschap te kunnen halen. Doe na
het opladen de 2 accupacks in de accuruimtes. U hoeft
alleen maar licht te duwen en wat druk uit te oefenen tot
een klik hoorbaar is. Controleer om te zien of de batterij
volledig is vastgemaakt.
OPMERKING:
•
Verwijdert u het batterijpakket, houd het
dan stevig vast zodat het niet valt en letsel
veroorzaakt.
NL