Wisselspanningsmeting (via contact of contactvrij)
Meetbereik met de keuzeschakelaar op V~ instellen. Het zwarte meetsnoer
met de 'COM'-connector en het rode meetsnoer met de rechter connector
verbinden. Meetsnoeren met het te testen object verbinden. De multimeter
zoekt automatisch het optimale meetbereik. Meetresultaat van het display
aflezen.
Wisselspanning
Meetbereik
200 mV
2 V
20 V
200 V
600 V
Ingangsweerstand: 10 MΩ.
Max. ingangsspanning: 600 V AC RMS, frequentiebereik: 40-400 Hz.
Gelijkstroommeting
Meetbereik met de keuzeschakelaar op A instellen. Met de knop 'M' op DC
instellen. Het zwarte meetsnoer met de 'COM'-connector en het rode
meetsnoer met de rechter connector verbinden (tot maximaal 250 mA).
Meetsnoeren met het te testen object verbinden. De multimeter zoekt
automatisch het optimale meetbereik. Meetresultaat van het display aflezen.
Als de bovenkant van de multimeter met ingedrukte knop 'M'
tegen een onder spanning staande geleider (100-600 V AC)
wordt gehouden, knippert het display en hoort u een
waarschuwingssignaal. Hetzelfde bij eenpolige fasecontrole
met het rode meetsnoer.
Bij een stroom boven de 250 mA moet voor meting de '10
A'-connector worden gebruikt!
Als bescherming tegen oververhitting van het apparaat na
maximaal 30 seconden meting een pauze van 30 minuten
voor afkoeling aanhouden.
Gevoeligheid
1 mV
0,001 V
0,01 V
0,1 V
1 V
99
Nauwkeurigheid
± 1,5 % v.m. + 5
digits