MAX 5073
Super Bass System
MONTAGE VAN UW VERSTERKER
De montageplaats van uw versterker heeft een groot effect op de mogelijkheid om zijn warmte af te geven
tijdens normaal gebruik. Het heeft voldoende koeling voor warmteafgifte nodig en is ook met een bescher-
mend circuit tegen oververhitting uitgevoerd waardoor verschillende montagevariaties mogelijk zijn. Elke
plaatsing, die een luchtstroming via de koelribben mogelijk maakt, zal de warmteafvoer aanmerkelijk ver-
beteren. NOOIT de versterker in een kleine behuizing inbouwen of afdekken zodat de lucht niet rondom de
koelribben kan stromen.
In de zomer worden in kofferruimtes van auto's temperaturen hoger dan 80 ˚C gemeten. Omdat het over-
verhittingpunt voor een versterker 85 ˚C is, kan gemakkelijk vastgesteld worden dat de montageplaats er
één moet zijn met een maximale koeling. Om het maximale voordeel van luchtbeweging in een gesloten
kofferruimte te verkrijgen moet de versterker in verticale positie op een verticale oppervlakte worden
gemonteerd.
Bij montage in de passagierruimte zijn de eisen voor koeling veel lager; de bestuurder laat meestal de
temperatuur niet het kritische moment bereiken. Een montage op de vloer is meestal correct zolang er
minstens 1 inch (2,5 cm) boven de koelvinnen van de versterker ruimte is voor ventilatie.
a.
Bepaal een geschikte plaats voor de montage die bereikbaar voor de bekabeling is en voldoende ruim-
te voor luchtcirculatie en koeling heeft.
b.
Gebruik de versterker als een hulpmiddel om de montagegaten te markeren. Neem de versterker weg
en boor de 6 gaten. UITERSTE VOORZICHTIGHEID IS GEBODEN. INSPECTEER DE BASISOPPERVLAKTE
VOOR HET BEGIN VAN HET BOREN.
c.
Monteer de versterker met de bijgeleverde schroeven.
AANSLUITING VAN DE SPANNING
WAARSCHUWING! UIT VOORZORG WORDT GEADVISEERD DE AANSLUITING VAN DE AUTOACCU LOS TE
MAKEN VOORDAT DE AANSLUITING AAN DE BEDRADING VAN DE VOEDINGSLEIDING VAN +12 VOLT
GEMAAKT WORDT.
10 A zekering (of een hogere bij het plannen van extra versterkers) is aanbevolen voor de spanning- en
aardingsbedrading. 20 A zekering bij gebruik van langere toevoerleidingen. Beide typen zijn bij de mees-
te dealers van mobiele audio's of winkels met installatie-uitrustingen verkrijgbaar.
AARDING: aan autochassis
Om ongewenste ontstekingsgeluiden, veroorzaakt door aardlussen, te voorkomen is het noodzakelijk dat
de versterker aan een schoon en kaal metaaloppervlak van het autochassis wordt geaard.
OPMERKING: EEN AARDLEIDING DIENT NIET LANGER TE ZIJN DAN 3 FT (1 METER).
OP DEZE MANIER IS DE IN- EN UITSCHAKELING VAN OPTREDENDE BIJGELUIDEN MOGELIJK.
+12 volt (met zekering) constante voeding: naar accu (+)
Met het oog op de eisen betreffende de voeding van versterkers moet de aansluiting direct aan de positie-
ve (+) pool van de accu gemaakt worden. Als veiligheidsmaatregel moet in de leiding een 50 A zekering-
houder (niet meegeleverd), zo dicht mogelijk bij de accu, geïnstalleerd worden waarbij de waarde van de
zekering niet de totale waarde van de zekeringen in de versterker overschrijdt.
Remote Turn-On Input
(input voor afstandsinschakeling): naar voedingsoutput van de stereo-installatie van de autostereo.
De versterker wordt op afstand ingeschakeld als de stereo in de auto wordt aangezet.
OPMERKING: INDIEN UW RADIO GEEN +12 VOLT OUTPUT HEEFT, ALS DE RADIO WORDT AANGEZET,
KAN DE "RMT" CONNECTOR VAN DE VERSTERKER AAN EEN ACCESSOIRECIRCUIT AANGESLOTEN WOR-
DEN DAT AAN IS ALS DE AUTOSLEUTEL OP "ON" STAAT.