Atlantic QAA 73.110 Instructions Pour L'installateur page 30

Masquer les pouces Voir aussi pour QAA 73.110:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

Ruimtevoeler QAA 73.110 - code 073 007
Functie
Lijn
77
Auto-aanpassing van de stookcurve
Actief: De auto-aanpassing verbetert automatisch de stooklijn van de stookcurve als deze niet perfect
geregeld werd bij het opstarten. Auto-aanpassing is alleen mogelijk als een ruimtevoeler aangesloten en
actief (lijn 75) is op de beschouwde kring.
De aanpassing kan worden vervalst door: - manuele correctie van de verwarmingscurve - een
spanningsuitval - het wijzigen van de omgevingsinstelling.
Inactief: Geen aanpassing: de verwarmingscurve behoudt haar regelingen.
Maximum tijd voor anticiperen van de optimalisering
78
van de tijden van aanslaan.
D e o p t i m a l i s e r i n g b e r e k e n t h e t t i j d s t i p w a a r o p d e v e r w a r m i n g s t a r t z o d a n i g d a t d e
omgevings-temperatuur de comfortinstelling bereikt heeft wanneer de lokalen in gebruik genomen
worden (vervroegde start).
De optimalisering van het tijdstip van inschakeling werkt slechts in op de eerste gebruiksperiode van een
dag.
De functie is alleen actief als de invloed van de omgeving in aanmerking genomen wordt. (lijn 75 )
Maximum tijd voor anticiperen van de optimalisering
79
van de tijden van uitschakeling.
De optimalisering berekent het tijdstip waarop de verwarming wordt stilgelegd, zodanig dat de
omgevingstemperatuur 0,25K lager is dan de comfortinstelling bij het einde van de bezetting van de
lokalen (vervroegde stop).
De functie is alleen actief als de invloed van de omgeving in aanmerking genomen wordt. (lijn 75 )
80
Stookcurve voor de verwarming - omloop 2 (figuur 3)
Bij verhoging van deze waarde: de vertrektemperatuur stijgt meer wanneer de buitentemperatuur daalt.
Bij verlaging van deze waarde: de vertrektemperatuur stijgt minder wanneer de buitentemperatuur daalt.
Het omgevingstoestel berekent de instelling van de vertrektemperatuur aan de hand van de geregelde
verwarmingscurve. Dat resulteert in een constante omgevings-temperatuur ondanks de schommelingen
van de buitentemperatuur.
81
Laaglimiet van de vertrektemperatuur (omloop 2)
Hooglimiet van de vertrektemperatuur (omloop 2)
82
De minimum- en maximumgrenzen vormen het bereik waarbinnen de ingestelde vertrektemperatuur kan
variëren. Ze voorkomen te lage of te hoge vertrektemperaturen.
Belangrijke opmerkingen:
De maximumgrens is geen veiligheidsfunctie zoals vereist voor een vloerverwarming.
Overdracht van de stookcurve voor de verwarming
83
(omloop 2)
Dat laat toe om de omgevingsinstellingen aan te passen aan de gemeten omgevingswaarden, ongeacht
de buitentemperatuur.
Als de gemeten omgevingswaarde met een comfortinstelling die op het omgevingstoestel geregeld is op
20°C constant 22°C bedraagt, dan dient de verwarmingscurve 2°C naar beneden worden verschoven.
Raadgevingen: Grijp eerst in op de stijgende lijn van de verwarmingscurve (lijn 70). Wacht 24u.
Activeer de auto-aanpassing van de stookcurve (lijn 77). Wacht 24u.
10
Instellingsbereik of
Meeteen
weergave
heid
Inactief,
_
Actief
0 ... 360
min
0 ... 360
min
2.5 ... 40.0
8 ... TV1max
°C
TV1min ... 85
°C
–4.5 ... +4.5
K
Increment
Basis
v a n
d e
i n s t e l l i n g /
regeling
Weergave
_
Actief
10
100
10
30
0.5
15.0
1
8
1
80
0.5
0.0
Gebruiksaanwijzing "1191"

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

073 007

Table des Matières