De zelfaandrijving
gebruiken
Alleen voor modellen met
zelfaandrijving
•
Om de zelfaandrijving in te schakelen trekt u
de zelfaandrijvingsstang tegen de handgreep
en houdt u de stang in deze positie
Figuur 13
1. Stang voor zelfaandrijving
Opmerking:
De zelfaandrijving heeft een
vaste maximumsnelheid. Om de snelheid te
verminderen, moet u de ruimte tussen de stang
voor de zelfaandrijving en de handgreep vergroten.
•
Om de zelfaandrijving uit te schakelen laat u
de stang van de zelfaandrijving los.
De motor afzetten
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of
dagelijks—Controleer of de
motor binnen 3 seconden stopt
nadat u de bedieningsstang van het
maaimes hebt losgelaten.
Om de motor af te zetten, laat u de bedieningsstang
van het maaimes los.
Belangrijk:
Als u de bedieningsstang loslaat,
moeten de motor en het mes binnen 3 seconden
stoppen. Als dit niet gebeurt, mag u de machine
niet verder gebruiken en moet u contact opnemen
met een erkende servicedealer.
Maaisel recyclen
De machine kan maaisel en bladafval over het gazon
verspreiden (recycling).
Verwijder de grasvanger als deze aan de machine is
bevestigd; zie
(Figuur
13).
g356893
12
De grasvanger verwijderen (bladz.
13).