INSTALLATIE EN TEST
1. Pas de richting van de sensoren aan, werk de bedrading netjes weg.
2.Verbind de rode draad van de controle unit met de positieve pool van
het achteruitrijlicht en de zwarte draad met de negatieve pool.Verbind
de rode draad van de camera met de positieve pool van het
achteruitrijlicht. (refereer aan het installatie diagram).
3.Verbind de video bedrading volgens het algemene installatie diagram.
4. Zet de auto in zijn achteruit, het camera signaal zal via de controle unit
via VOUT naar de display gevoerd worden, hierop zal een beeld met een
witte stip te zien zijn, dit geeft aan dat de parkeer sensor in normale
detectie modus gaat.
Test:
. Indien de display geen beeld weergeeft controleert u of de
A
polariteit (+, -) van de bedrading correct is, de kabels goed
aangesloten zijn, het voltage voldoende is en of de plug van de
display goed aangesloten is.
.Wanneer de display niet functioneert, zet u de auto weer in vrij
B
20
en daarna nogmaals in achteruit. Mocht het probleem nog niet
verholpen zijn dan kan de controle unit defect zijn en moet de
gehele unit vervangen worden.
5.Wanneer een persoon zich binnen een afstand van 1 meter van de
sensoren bevind behoort deze persoon gedetecteerd te worden.
Test:
.Verbind een sensor aan de controle unit, indien u een constante
A
toon hoort en "0,0" wordt weergegeven controleert u of er een
uitstekend deel van de auto gedetecteerd wordt (kenteken,
bumper e.d.) of dat de sensor te dicht bij storende elementen
geplaatst is (uitlaat, overige bedrading).
.Wordt er onterecht een obstakel weergegeven, dan is het
B
mogelijk dat de grond gedetecteerd wordt. Controleer de positie
en richting van de sensor.
. Indien het probleem niet kan worden verholpen moet het gehele
C
systeem worden vervangen.
Note:
A
. De verbinding tussen de sensor en de digitale unit is uniek.
. Programmeren van display: het geeft 0,0 weer en een constante
B
toon zodra het systeem iets detecteert binnen een straal van 0,0-
0,2m. Het alarm zal langer dan 1 sec. stoppen bij een afstand van
0,5m. Houd hier rekening mee bij het testen.
LET OP
1. De auto moet uitgeschakeld zijn wanneer u de ultrasone sensoren installeerd.
2. De prestaties kunnen mogelijk worden verminderd door de volgende
invloeden: hevige regenval, onverharde wegen, hellende en/of beboste wegen,
zeer koud, warm of vochtig weer, of bevroren sensoren.
3.Wisselen tussen ultrasonische electrische velden, DC en AC en 24V en 12V
voltages kan ook de prestaties beinvloeden.
4. De sensoren moeten op de juiste manier worden bevestigd (niet te los of te
vast).
5. Indien u de sensoren in een metalen bumper bevestigd kan dit effect hebben
op de werking.
6.Vermijd installatie van de controle unit in een storingsgevoelige omgeving
(uitlaat, bedrading)
7.Test het systeem om zeker te zijn dat het correct werkt voor gebruik.
8. Dit produkt is slechts een hulpmiddel, de producent neemt geen enkele
verantwoordelijkheid voor ongevallen veroorzaakt na installatie van deze kit.
ALGEMEEN INSTALLATIE DIAGRAM
Controle unit
Camera
Horn
Horn
Dit systeem bevat geen display. Dit
moet apart worden aangeschaft!
Controle unit
Achteruitrijlicht
Camera
Sensor
21