5. Verlaat het gebouw via de
voorgeschreven route en sluit de
laatste deur.
Aan het eind van de uitloopperiode
schakelt het systeem in en hoort u 2
piepjes. Het display van codebedien-
deel toont welke groep is
ingeschakeld.
Opm.: Als u zich tijdens het inschakelen van het systeem bedenkt kunt u uw
toegangscode nog eens intoetsen om het inschakelen te stoppen.
H
ET OVERSCHRIJDEN VAN DE UITLOOPTIJD
Als aan het einde van de uitlooptijd iets of iemand een detector activeert
geeft het systeem een alarmmelding en schakelt niet in. U kunt deze
onnodige alarmmelding afbreken door onmiddellijk uw toegangscode in te
toetsen. Op het display kunt u zien welke zone(s) het probleem
veroorzaakte(n).
Als u een alarmmelding hebt afgebroken dient u het systeem te herstellen
(zie 'Het systeem herstellen' op blz. 23) en de inschakelprocedure opnieuw te
beginnen.
I
NSCHAKELEN MET DE LAATSTE DEUR
Op hetzelfde moment dat u de laatste deur sluit zal het systeem inschakelen.
Er is geen uitlooptijd.
1. Sluit alle deuren en ramen.
2. Toets uw toegangscode op het codebediendeel.
3. Druk op de toets van de gewenste groep en sluit af met
Het codebediendeel laat de continue
uitlooptoon horen.
4. Verlaat het gebouw via de voorgeschreven route en sluit de laatste deur.
De uitlooptoon stopt en zeven
seconden later schakelt het systeem
in. Het codebediendeel geeft 2 piepjes
en toont welke groep is ingeschakeld.
I
NSCHAKELEN MET EEN UITLOOPKNOP
Een uitloopknop wordt over het algemeen aan de buitenkant van het pand
naast de laatste deur gemonteerd. Door deze knop in te drukken schakelt u
het gehele systeem in.
1. Sluit alle ramen en deuren.
2. Toets uw toegangscode op het codebediendeel.
4. Het viervoudige systeem
'piep piep'
'piep piep'
496695
Grp. A aan--
Y
.
Uitloop-
signaal
Grp. A aan--
19