FUNCTIES
Wanneer het koelsysteem voor het eerst wordt aangesloten op de
stroomtoevoer, lichten alle pictogrammen op de display gedurende 2
seconden op. Wanneer alle deuren gesloten zijn, wordt de display
automatisch gedoofd als er binnen 3 minuten geen toets wordt ingedrukt.
Wanneer de display gedoofd is, licht hij automatisch op als er een deur wordt
geopend of een toets wordt ingedrukt.
De volgende bedieningen via de toetsen zijn alleen geldig wanneer de
toetsen niet vergrendeld zijn en oplichten op de display.
"Inverter" is de indicator voor frequentieomvorming. Wanneer de stroom is
ingeschakeld, licht deze op wanneer de compressor in werking is.
TEMPERATUURINSTELLING
1.
De temperatuur van de koelkast instellen
Druk op de knop 'Koelkast' (Fridge) terwijl de
temperatuuraanduiding voor de koelkast knippert en
druk vervolgens op de toets 'Koelkast' (Fridge) om de
temperatuur aan te passen. Druk ten slotte op OK om
de bovenstaande temperatuurinstelling te bevestigen. De
temperatuurinstelling van de koelkast verloopt als volgt:
5°C > 6°C > 7 °C > 8°C > OFF > 2°C > 3°C > 4°C > 5°C
OFF verwijst naar de uitschakeling van de koelkast en
wanneer OFF in werking treedt, stopt de koelkast
met koelen.
14