niet eten en drinken.
Adem de benzinedampen niet in.
U mag het apparaat nooit met lopende motor
optillen of dragen.
Controleer voor gebruik of de moeren, schroeven
en bouten stevig vastzitten.
Gebruik het apparaat niet in onderaardse ruimten.
Gebruik geen blanke draad voor de aansluiting van
elektrische apparaten - gebruik hiervoor altijd een
geschikte kabel en stekker.
Let op de maximale kabellengte als u verlengkabels
of een mobiele verdeelkast gebruikt.
Let op de maximale kabellengte als u verleng-
kabels of een mobiele verdeelkast gebruikt.
bij 1,5 mm
max. 60 m
2
bij 2,5 mm
max. 100 m
2
Tanken
Voor de ingebruikname moet u het apparaat voltanken.
Waarschuwing - brandgevaar!
Benzine en olie zijn zeer makkelijk ontvlambaar!
Bedrijfsmiddelen
Benzine
Soort
Normale benzine /
loodvrij
zie de technische
Vulhoe-
gegevens
veelheid
Veiligheid
Waarschuwing!
De motor nooit laten draaien in een afgesloten
ruimte. Risico op vergiftiging!
Bewaar benzine en olie uitsluitend in de daarvoor
bedoelde vaten.
Vul en ledig benzine en olie alleen bij een koude
motor en buiten.
Vul benzine en olie niet bij een lopende motor.
U mag de tank niet overvullen (benzine zet uit).
441152_e
Motorolie
zie (
3)
zie de technische
gegevens
Niet roken tijdens bijvullen van brandstof.
Open de tankdop niet terwijl de motor draait of nog
heet is.
Vervang de tank of de tankdop bij beschadigingen.
Tankdeksel altijd stevig sluiten.
Wanneer er benzine is uitgelopen:
De motor niet starten.
Voorkom startpogingen.
Het apparaat reinigen.
Laat de motor voor een nieuwe vulling met
benzine afkoelen en voorkom morsen.
Gemorste brandstof kan op kunststofonder-
delen tot beschadigingen leiden. Veeg de
brandstof meteen weg. De garantie dekt geen
door brandstof op de kunststofonderdelen ver-
oorzaakte schade.
Wanneer er motorolie is uitgelopen:
De motor niet starten.
Uitgelopen olie met oliebindmiddel of een doek
opzuigen en volgens de richtlijnen verwijderen.
Het apparaat reinigen.
Afgewerkte olie niet:
via het huisvuil verwijderen;
via de riolering, de afvoer of op de grond
uitgieten.
Geef afgewerkte olie in een gesloten reservoir bij een
recyclingcentrum of een klantenservice af.
Tanken
Benzine bijvullen (
1. Draai de tankdop los en leg deze op een schone
plek neer.
2. Vul de benzine met een trechter bij.
3. Sluit de tankvulopening stevig af en reinig deze.
Motorolie bijvullen (
1. Draai de olievuldop los en leg deze op een schone
plek neer.
2. Vul de olie met een trechter bij.
3. Sluit de olievulopening stevig af en reinig deze.
NL
2)
4)
27